8 Gewoon onderhoud
Indien de hierna opgesomde controles andere condities dan voorzien
aan het licht brengen, moet u corrigerende acties uitvoeren.
Handelingen
Frequentie
Structuren
Controleer de structuur waarop de poort is bevestigd, de plint en de delen van het
gebouw/omheining naast de automatisering: geen beschadigingen, scheuren,
breuken, verzakkingen.
Controleer de zone waarin de poort beweegt: geen obstakels, geen voorwerpen/
afval die de veilige marge beperken.
Controleer of er geen puntige uitsteeksels aanwezig zijn of gevaar voor vasthaken
bestaat.
Poort
Controleer de poort en haar bevestigingen: intacte staat, geen vervormingen,
roest, enz.
Controleer of de schroeven en bouten correct vast zitten.
Controleer de coaxiale lijn tussen het bovenste scharnier van de poortvleugel en
het onderste draaipunt dat door de behuizing wordt voorzien.
Controleer de scharnierpunten en lagers: intacte staat, correcte plaatsing in hun
zitting en bevestiging, geen vervormingen, roest, enz.
Indien nodig moet u scharnierpunten en/of lagers smeren.
Controleer de mechanische stops: bevestiging en stevigheid. De controle moet
op beide zijden worden uitgevoerd, door het simuleren van stoten die de poort
tijdens het gebruik kan ondergaan.
Controleer de geleiderbeugel van de poortvleugel: intacte staat, geen vervor-
mingen of roest, correcte bevestiging, enz.
Controleer of er geen slijtage of verzakkingen zijn die de conditie van het hele
gewicht van de poortvleugel beïnvloeden, die op het onderste draaipunt rust.
Controleer de valbeveiliging: bevestiging en intacte staat.
Algemene reiniging van de zone waar de poort manoeuvreert.
Aandrijving
Controleer de intacte staat en de correcte bevestiging.
Controleer de robuustheid van de aansluitingen van de aandrijving op de poort-
vleugel, om te vermijden dat de poortvleugel ongecontroleerde bewegingen zou
kunnen maken in geval van een breuk.
Controleer het laswerk van de verbinding op de geleiderbeugel.
Controleer de omkeerbaarheid of onomkeerbaarheid.
Controleer of er geen olie lekt.
Vul het oliepeil bij, indien nodig. Gebruik uitsluitend olie van FAAC.
Voer het ontluchten van de olie uit, indien nodig.
Voer de reiniging van de aandrijving en van de behuizing uit.
Controleer of de drainage efficiënt is.
Controleer de intacte staat van de kabels van de aandrijving, van de kabelklem-
men en van de aftakdozen.
Elektronische apparatuur
Controleer de intacte staat van de houder waarin de elektronische kaart zit.
Controleer de intacte staat van de voedingskabels, de aansluiting en de kabel-
klemmen.
Controleer de intacte staat van de connectors en van de bekabelingen.
Controleer of er op de elektronische componenten geen sporen zijn van over-
verhitting, verbranding, enz.
Controleer de intacte staat en de correcte werking van de eindaanslagen, indien
ze worden gebruikt.
Controleer de intacte staat van de aardaansluitingen.
Controleer de correcte werking van de thermomagnetische schakelaar en van
de differentiaalschakelaar.
Besturingssystemen
Controleer de intacte staat en de correcte werking van de geïnstalleerde systemen
en van de afstandsbedieningen.
Gevoelige randen
Controleer: intacte staat, bevestiging en correcte werking.
Vervormbare randen
Controleer: intacte staat en bevestiging.
Fotocellen
S800 ENC
Controleer: intacte staat, bevestiging en correcte werking.
Controleer de zuiltjes: intacte staat, bevestiging, geen vervormingen, enz.
Knipperlicht
Controleer: intacte staat, bevestiging en correcte werking.
Elektrische sloten
Controleer: intacte staat, bevestiging en correcte werking.
12
Reinig de koppelingszittingen.
Controle van de toegangen
12
Controleer of de poort alleen bij herkenning van een bevoegde gebruiker correct
opengaat.
12
Volledig automatisch systeem
Controleer de correcte werking van de automatisering volgens de ingestelde
logica, aan de hand van de verschillende besturingssystemen.
Controleer of de poort correct beweegt, in een vloeiende, regelmatige beweging,
12
zonder abnormaal lawaai.
Controleer de correcte snelheid tijdens het openen en sluiten, en op de voorziene
vertragingen worden gerespecteerd.
12
Controleer de correcte werking van de handmatige deblokkering: wanneer de
deblokkering wordt aangestuurd, mag het niet mogelijk zijn om de poort te
12
doen bewegen, tenzij handmatig.
12
Controleer of de doppen in de sloten aanwezig zijn.
Controleer of de maximale kracht voor handmatige verplaatsing van de poort-
12
vleugel kleiner is dan 220 N.
Controleer de correcte werking van de veiligheidslijsten wanneer een obstakel
wordt gedetecteerd.
12
Controleer de correcte werking van de encoder wanneer een obstakel wordt
gedetecteerd.
Controleer de correcte werking van elk koppel fotocellen.
12
Controleer of er geen optische/verlichte interferenties zijn tussen de koppels
12
fotocellen.
Controleer de curve voor begrenzing van de krachten (normen EN 12453 en
12
EN 12445). Voor landen die niet tot de EU behoren, moet de krachtig lager zijn
dan 150 N statische kracht indien er geen specifieke plaatselijke norm is.
Controleer of alle nodige signaleringen aanwezig, intact en leesbaar zijn: blij-
12
vende risico's, exclusief gebruik, enz.
Controleer of het EG-keurmerk van de poort en het bord met de signalering
12
GEVAAR - AUTOMATISCHE BEWEGING aanwezig, intact en leesbaar zijn.
12
12
12
12
12
12
12
12
12
12
12
12
6
12
16
6
6
12
12
12
12
12
6
6
6
6
6
6
6
12
12
532116 - Rev.A