Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Installatie; Typisch Systeem - FAAC S800 ENC Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.2 ELEKTRISCHE INSTALLATIE

F
Vooraleer interventies uit te voeren, moet u de elektrische netvoeding
onderbreken. Indien de scheidingsschakelaar niet zichtbaar is, moet
u een bord "AANDACHT - Onderhoud in uitvoering" erop aanbrengen.
!
De elektrische installatie moet in overeenstemming zijn met de gel-
dende normen van het land van installatie.
Gebruik componenten en materialen met EG-keurmerk die in overeen-
stemming zijn met de Richtlijn voor laagspanning 2006/95/EC en met
de EMC-richtlijn 2004/108.
Het elektrische voedingsnet van de automatisering moet voorzien zijn
van een omnipolaire thermomagnetische schakelaar van 6 A met een
openingsafstand tussen de contacten gelijk aan of groter dan 3 mm,
waarvan de afsluiting in overeenstemming is met de geldende normen.
Het elektrische voedingsnet van de automatisering moet voorzien zijn
van een differentiaalschakelaar met een limiet van 0.03 A.
De metalen massa's van de structuur moeten geaard zijn.
Controleer of de aardinstallatie is uitgevoerd in overeenstemming met
de geldende normen van het land van installatie.
De dimensionering en de isoleringsklasse van de elektrische kabels van
de automatisering moeten in overeenstemming zijn met de geldende
normen, gelegd in geschikte vaste of flexibele buizen, extern of in
kabelsleuven.
Gebruik aparte buizen voor de kabels met netspanning en de verbin-
dingskabels van de besturingssystemen/accessoires op 12-24 V.
Raadpleeg het schema van de kabels in kabelsleuven om te controleren
of er geen elektrische kabels aanwezig zijn in de buurt van graaf- of
boorwerken, om gevaar voor elektrocutie te vermijden.
Controleer of er geen leidingen aanwezig zijn in de buurt van graaf- of
boorwerken.
5
6
7
3
4
S800 ENC
De elektronische kaart moet in een houder zitten die een IP-bescher-
ming van minstens 44 garandeert.
De houder waarin de kaart zit, moet in een zone worden geplaatst die
niet gevaarlijk is en die ook toegankelijk blijft wanneer de poortvleugels
open staan, op minstens 30 cm boven de grond.
De houder waarin de kaart zit, moet voorzien zijn van een slot of
een ander systeem om te beletten dat onbevoegden hier toegang
hebben.
De uitgangen van de kabels moeten naar beneden zijn
gericht. De koppelingen van de leidingen naar de houder moeten
beletten dat vocht, insecten of kleine dieren naar binnen kunnen.
Bescherm de verbindingen van het verlengstuk van de kabel van de
motor en van de kabel van de encoder met behulp van aftakdozen met
beschermingsgraad IP 67 of hoger.
De totale lengte van de BUS-kabels mag niet meer dan 100 m bedragen.
Het is aanbevolen om op een zichtbare plaats een knipperlicht te
installeren dat de beweging van de poort signaleert.
De accessoires voor de besturing moeten in een zone worden opgesteld
die niet gevaarlijk is voor de gebruiker en die ook toegankelijk blijft
wanneer de poortvleugels open staan. Het is aanbevolen om de acces-
soires voor de besturing binnen het gezichtsveld van de automatisering
op te stellen. Dit is verplicht in geval van besturing met aanwezige
persoon.
Indien een noodstopknop wordt geïnstalleerd, moet hij in overeenstem-
ming zijn met de norm EN13850.
Respecteer de volgende hoogten boven de grond:
- bedieningsaccessoires = minimum 150 cm
- noodknoppen = maximum 120 cm

4.3 TYPISCH SYSTEEM

Raadpleeg 6 voor het installatieschema van een typisch systeem.
7
8
Typisch systeem
1 Netvoeding 230 V~ 50 Hz
2 Houder van de kaart en elektromagnetische schakelaar
3 Aandrijving S800 ENC
4 Encoder BUS
5 Aftakdoos
6 Knop met sleutel
7 Koppel fotocellen BUS 2easy
8 Knipperlicht
9
1
2
3
4
Minimale doorsnede van de kabels
3G 1.5 mm²
4G 1.5 mm²
2 x 0.5 mm² (MAX. lengte 50 m)
6
532116 - Rev.A

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave