4.7 Aansluiten van de datalijn voor de niveauregelaar/
bedieningseenheid en display
De BHD50 wordt op de niveauregelaar aangesloten met een vooraf geconfigureerde datakabel (met 9-polige D-SUB
vrouwelijke aansluiting, kabellengte 5 m), die met de BHD50 wordt meegeleverd en als accessoire verkrijgbaar is.
Als u niet de bovengenoemde datakabelassemblage gebruikt, gebruik dan een afgeschermde meeraderige
besturingskabel, bv. LiYCY 2 x 0,25 mm
m. Bedraad een 9-polige D-SUB aansluiting volgens Figuur 8. Sluit een afsluitweerstand van 120 Ohm aan tussen
de Data L en Data H lijnen aan het BHD50 uiteinde van de assemblage.
Sluit de klemmenstroken aan volgens het aansluitschema (zie Figuur 4 en 5).
Sluit het aardingspunt van de behuizing (BHD50) aan op het centrale aardingspunt in de schakelkast.
Controleer de aansluiting van het scherm op het centrale aardingspunt (CEP) in de schakelkast en de hulpapparatuur.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels naar de apparatuur gescheiden zijn en apart lopen van de stroomkabels.
4.8 Aansluiting van seriële poorten voor de bedieningseenheid en
display
De bedieningseenheid en display worden geleverd met een 8-wegs indrukconnector met veer, waarop geleiders tot
0,5 mm
passen. Gebruik afgeschermde twisted pair datakabel die geschikt is voor RS232 / RS485 communicatie.
2
De kabel moet gekozen worden voor het type apparaat dat aangesloten wordt.
Sluit de bedrading van de aansluiting aan volgens het aansluitschema. Fig. 9
De RS232 seriële interface mag alleen gebruikt worden voor korte afstanden (gewoonlijk minder dan 20m).
De maximale kabellengte voor de RS485 seriële interface is tot 1000 m. Als de gegevensoverdracht onstabiel is,
moet de gekozen baudrate of de kabellengte worden verminderd.
Overweeg de twee verste uiteinden van de bus af te sluiten om de impedantie van de transmissielijn te doen
overeenkomen. Gewoonlijk gebruikt men een weerstand van 150 Ohm (0,5 W) of een weerstand van 120 Ohm
(0,25 W) die in serie staat met een condensator van 1 nF (minstens 10 V), maar idealiter moet de lijnimpedantie aan
elke afzonderlijke installatie aangepast worden. Een eindafsluiting voor korte kabellengtes zou niet nodig moeten
zijn (< 300m @ 9600 Baud).
Bij gebruik van de RS485 seriële interface mag de bus gemeenschappelijk (GND) slechts op één punt met
beschermende aarding/aarde verbonden zijn. Over het algemeen ligt dit punt op of in de buurt van het master-
apparaat. Zorg ervoor dat de aansluitkabels naar de apparatuur gescheiden zijn en apart lopen van de stroomkabels.
4.9 Aansluiting van Ethernetpoorten voor de bedieningseenheid en
display
De BHD50 kan via een van de twee poorten (ETH0 of ETH1) op een enkel Ethernetnetwerk worden aangesloten.
Beide poorten hebben hetzelfde Mac-adres en zijn geconfigureerd als een Ethernetschakelaar om serieschakeling
mogelijk te maken.
Belangrijk
-
Om de apparatuur in gebruik te nemen volgt u de instructies in de installatie- en
bedieningshandleidingen voor LP20, LP21 en PA420.
-
Zorg ervoor dat de aansluitkabels naar de apparatuur gescheiden zijn en apart lopen
van de stroomkabels.
-
Gebruik geen ongebruikte klemmen als steunpuntklemmen.
Gevaar
De 24V voeding, 4-20mA ingang/uitgang, data, seriële, Ethernet en niveau-eindschakelaar
circuits moeten elektrisch geïsoleerd zijn van gevaarlijke spanningen en moeten ten minste
voldoen aan de eisen inzake dubbele of versterkte isolatie volgens één van de volgende
normen: DIN EN 50178, DIN EN 61010-1, DIN EN 60730-1 of DIN EN 60950.
LCR2652, BHD50 Niveauregelaar, Bedieningseenheid en Display
IM-P693-11-NL EMM-UKn-02
, afmetingen van de geleider van 0,25 mm
2
en een maximale lengte van 30
2
17