6-2-1 Meten van DC spanning
(1) Plaats de functieschakelaar op " ".
("
" verschijnt)
(2) Sluit de meetpunten kort voor een nulinstelling van de uitlezing.
(3) Verbind het rode meetsnoer met de positieve kant (+) van het te testen
circuit en het zwarte meetsnoer met de negatieve kant (-). De gemeten
waarde wordt uitgelezen.
Bij omgekeerde verbinding verschijnt de indicatie "-".
6-2-2 Meten van AC spanning
(1) Plaats de functieschakelaar op " ".
("
" verschijnt)
(2) Verbind de meetsnoeren met het te testen circuit.
De waarde wordt weergegeven.
Noot: De uitlezing geeft soms enkele cijfers weer i.p.v. nul, zelfs nadat de
meetsnoeren werden kortgesloten.
6-3 Meten van weerstand
●Doe geen metingen op stroomkringen onder spanning.
●Doe geen metingen als het batterijcompartiment niet gesloten is.
●Houd uw handen achter de beschermrand tijdens de meting.
(1) Plaats de functieschakelaar op "
(2) Druk op
(weerstandmeting). Onmiddellijk na plaatsing van de schakelaar op
"
", hoeft men de
(3) Controleer of het scherm " " aanduidt. Sluit de meetsnoeren kort et
controleer of het display nul aanduidt.
(4) Verbind de meetsnoeren met het te testen circuit. De waarde wordt
uitgelezen.
Noot: * Na het kortsluiten van de meetsnoeren, kan er een kleine
hoeveelheid weerstand weergegeven worden. Dit is de weerstand
van de meetsnoeren.
* Bij een open circuit in één van de snoeren, wordt "
weergegeven.
*
De
meetschommelingen veroorzaken als u hoge weerstanden meet.
* Zorg ervoor dat de stroomtang in de behuizing zit tijdens een
weerstandmeting.
6-4 Diodetest
(1) Plaats de schakelaar op "
(2) Druk op
(3) Verbind de snoeren met het te testen circuit. De waarde wordt
uitgelezen.
. De indicatie "Ω" wordt weergegeven en "
capacitieve
factor
. De indicatie "
GEVAAR
".
knop niet te gebruiken.
van
het
".
" verschijnt.
" verdwijnt
geteste
circuit
"
kan
14