7.5 a
ansLuIten op een voedIngsBron
Deze luchtcompressor is ontworpen om te werken op een goed geaard 220 (110) V, 50 (60) HZ, eenfase,
wisselstroom (AC) krachtbron. Het wordt aanbevolen dat een erkende elektrotechnicus het WERKELIJKE VOLTAGE
van het contact controleert, waar het apparaat op zal worden aangesloten, en bevestigt dat het contact correct
geaard is. Het gebruik van het juiste circuit zal overlast van stroomonderbrekers voorkomen.
7.6 v
erLengkaBeLs
Het gebruik van een verlengsnoer wordt afgeraden, tenzij het absoluut noodzakelijk is. Indien nodig, gebruik
een verlengsnoer dat geschikt is om met uw specifieke luchtcompressor te worden gebruikt. Gebruik een geaard
verlengsnoer dat rechtstreeks op het contact van de stroombron en het verlengsnoer van de luchtcompressor
kan worden aangesloten zonder het gebruik van adapters. Controleer of het verlengsnoer correct bedraad is en
in goede staat is. Verlengsnoeren moeten #14 gauge of I mm2 op het kleinste zijn. Gebruik geen
netsnoer dat langer is dan 10 m.
7.7 e
en LuchtsLang aansLuIten
Uw luchtcompressor kan worden gebruikt met (1/4") stekkers of (1/4") slanguiteinden. Om een luchtslang op de
Air Cock of Snelkoppeling aan te sluiten, met de correcte aansluiting. Controleer of de luchtslang
goed is aangesloten op de luchtuitlaat: door zachtjes aan de luchtslang te trekken.
Opmerking: Gebruik alleen luchtslangen die geschikt zijn voor gebruik aan een luchtdruk van 115 PSI of hoger.
7.8 d
e Luchtdruk InsteLLen
Uw compressor is uitgerust met een luchtdrukregelaar. Met de regelaar kan de luchtdruk worden ingesteld.
Om de druk te verhogen, draai de regelaar naar rechts.
Om de druk te verlagen, draai de regelaar naar links.
8. o
nderhoud
8.1 d
(
ageLIjks
of voor eLk geBruIk
1.
Controleer het oliepeil
2.
Tap condensatie uit het luchtreservoir af.
3.
Controleer op ongebruikelijke geluiden of trillingen.
4.
Controleer of alle moeren en bouten goed vastzitten.
8.2 w
ekeLIjks
Maak het ventilatiegat op de olie-ontluchter schoon.
8.3 m
aandeLIjks
Controleer het luchtsysteem op lekkage door
Span deze pakkingen aan als er lekken worden ontdekt.
of na 250 bedrijfsuren - wat het eerst komt
Vervang de olie van de compressor.
Opmerking: Vervang de olie vaker als de compressor in de buurt van
Spuitoperaties of in stoffige omgevingen wordt gebruikt.
8.4 d
e oLIe van de Luchtcompressor controLeren
1.
Plaats de compressor op een horizontale ondergrond. Het oliepeil moet op de rode stip van het peilglas voor
olie zijn.
2.
Als het oliepeil te laag is, verwijder de olie-ontluchter en voeg voldoende olie toe om het oliepeil boven de
rode stip van het peilglas voor olie te krijgen.
3.
Vervang de olie-ontluchter voordat u de compressor start.
)
WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN
7