Inhoudsopgave
Advertenties
6.3 d
e oLIe en oLIe
Voordat u de luchtcompressor start, moet u de witte oliestopper verwijderen en olie in het carter gieten.
Voordat u de luchtcompressor start, moet u de olie in het cater controleren en de olie-ontluchter installeren zoals
hieronder beschreven.
1.
Plaats de compressor op een vlakke ondergrond.
2.
Verwijder de plastic oliestopper uit de vulopening voor olie.
3.
Controleer de olie in het carter. Als het olieniveau lager is dan het midden van de rode stip op het peilgles, dan
moet u langzaam olie in de vulopening gieten totdat het niveau hoger is dan de rode stip.
4.
Steek de olie-ontluchter in de vulopening. Draai de ontluchter met de hand vast door deze rechtsom te
draaien.
Opmerking: deze compressor gebruikt alleen sae20 of sae30 non-detergent motorolie.
6.4 h
et LuchtfILter InstaLLeren
Het luchtfilter wordt op de poort van de cilinderkop geïnstalleerd.
1.
Bevestig het luchtfilter op de cilinderkop door het luchtfilter rechtsom te draaien.
2.
Bevestig het luchtfilter met een moersleutel.
Opmerking: Draai het luchtfilter NIET te strak aan.
7. g
eBruIk
7.1 v
oordat uw nIeuwe Luchtcompressor geBruIkt
Controleer de volgende punten:
1.
Controleer of alle moeren en bouten goed vastzitten.
2.
Controleer of er voldoende olie aan de compressor werd toegevoegd.
(Zie het gedeelte "de olie en olie-ontluchter installeren")
7.2 I
nItIëLe opstartprocedure
1. Open de aftapkraan zodat lucht kan ontsnappen en er geen lucht in het luchtreservoir opbouwt.
2. Laat de luchtcompressor 20 minuten in deze stand werken, zodat de zuiger en lager kunnen worden gesmeerd.
3. Sluit de aftapkraan van het luchtreservoir. Uw compressor is klaar voor gebruik.
Afhankelijk van welk gereedschap er wordt gebruikt, kan uw luchtcompressor worden gebruikt voor verfspuiten,
luchtgereedschap, vetgereedschappen, schurende blasters, om banden en plastic speelgoed op te pompen,
om onkruidbestrijders en insecticide te sproeien, enz. De luchtcompressor moet worden aangepast om deze
bewerkingen uit te voeren. Raadpleeg de specificaties die bij uw apparaat werden geleverd.
7.3 a
Lgemeen overzIcht
Om lucht samen te persen, bewegen de zuigers op en neer in de cilinder. Bij de neergaande slag wordt lucht
door de inlaat aangezogen. De afvoerklep blijft gesloten. Bij de opgaande slag van de zuiger wordt de lucht
samengeperst; de inlaatklep sluit en lucht wordt door de uitlaapklep geduwd, via de terugslagklep en in
het luchtreservoir. De bedrijfslucht is niet beschikbaar totdat de compressor de druk in het reservoir boven
het vereiste niveau heeft gekregen. De filteropeningen van de luchtinlaat moeten vrij van obstakels worden
gehouden, die de levering van lucht aan de compressor zouden kunnen verminderen.
7.4 I
nstaLLatIe en LocatIe
Plaats de compressor in een schone, droge en goed geventileerde ruimte. De compressor moet zich op 20 tot 30
cm van een muur bevinden, of andere obstructies die de luchtstroom kunnen hinderen. Plaats de compressor
op een stevige, horizontale ondergrond. Houd alle reserve-onderdelen uit de buurt van stof of vuil. Een schone
compressor loopt koeler en zal een langere levensduur hebben. Leg geen doeken, containers of andere
materialen op de compressor.
6
-
ontLuchter InstaLLeren
WIJZIGINGEN EN T YPEFOUTEN VOORBEHOUDEN
Advertenties
Inhoudsopgave
