Apparaat coderen
●
het apparaat te coderen om gegevens en informatie op het
apparaat te beschermen. Zodra het apparaat is gecodeerd,
moet u het wachtwoord elke keer ingeven dat u het apparaat
inschakelt. U moet eerst de batterij opladen omdat het meer dan
een uur kan duren om het apparaat te coderen.
Waarschuwing SIM-kaart wijzigen
●
opsporen in- of uitschakelen. Met deze functie kunt u uw
apparaat terugvinden in geval van verlies of diefstal.
Waars. berichtontvangers
●
opsporingsbericht van uw verloren apparaat ontvangen.
Externe besturingselem.
●
kan worden bediend via internet.
SIM-kaartvergrendeling instellen
●
-
SIM-kaart vergrendelen
in- of uitschakelen. Deze functie zorgt dat het apparaat pas kan
worden gebruikt nadat de PIN-code is ingevoerd.
-
SIM-pincode wijzigen
kaart wijzigen.
Wachtwoorden zichtbaar
●
wachtwoord bij het ingeven gewoon wordt weergegeven.
Apparaatbeheerders
●
weergeven die op uw apparaat zijn geïnstalleerd. U kunt
apparaatbeheerprogramma's activeren om een nieuw beleid op
uw apparaat toe te passen.
Veilige aanmeldingsgegevens gebruiken
●
referenties gebruiken om verzekerd te zijn van een veilig gebruik
van diverse applicaties.
Installeer uit USB-opslag
●
die op de USB-opslag zijn opgeslagen.
Wachtwoord instellen
●
referenties instellen en bevestigen.
Opslag wissen
●
verwijderen en het wachtwoord resetten.
: een PIN-code of wachtwoord instellen om
: ontvangers instellen die een
: instellen dat een verloren apparaat
: de functie voor PIN-vergrendeling
: de PIN-code van de SIM-kaart of USIM-
: hier kunt u instellen dat het
: de apparaatbeheerprogramma's
: gecodeerde certificaten installeren
: een wachtwoord voor toegang tot
: de referentiegegevens van het apparaat
Instellingen
: de functie Mobiel
:
100
p. 27
►
: certificaten en