Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

E.7.9 Gasconversieplaatje; E.7.10 Rookafvoer; E.7.11 Gasafvoersysteem - Diamond CFE101/N-230V/3 Installatiehandleiding

Heteluchtoven
Inhoudsopgave

Advertenties

Beluchter van
G20
de hoofd-
Aardgas
brander
G 30 / G 31 L.P.
Zie waarde in
G.
mmH in
afbeelding A –
G25
Sproeier van
Aardgas
de brander.
⌀ = Diameter (mm)
# = Opdruk
Modellen
Sproeiergegevens
1.
Eén gat
2.
Twee gaten.
E.7.9
Gasconversieplaatje
Als het apparaat wordt aangepast voor een andere gasvoe-
ding, moet het juiste zelfklevende label dat de nieuwe gassoort
aanduidt op een zichtbare locatie buiten de oven worden
bevestigd.
Het bijbehorende label wordt gekozen uit de labels in de zak
die met het apparaat is meegeleverd.

E.7.10 Rookafvoer

Voor AUSTRALIË moet de ventilatie voldoen aan de Austra-
lische bouwvoorschriften en moeten de afzuigkappen in de
keuken voldoen aan AS/NZS1688.1 en AS 1668.2.

E.7.11 Gasafvoersysteem

E.7.11.1 Inleiding
Met gas verwarmde ovens worden geclassificeerd op basis
van
"Bouwtype",
op
verbrandingstechnologie.
Elk type apparaat moet daarom zijn voorzien van het
specifieke gasafvoersysteem dat wordt voorgeschreven door
de van toepassing zijnde normen.
Voordat het afvoersysteem wordt geïnstalleerd, moet u
daarom:
• het "Bouwtype" van uw ovenmodel identificeren door raad-
pleging van paragrafen D.1 Technische gegevens –
Gasmodellen of het typeplaatje van het apparaat;
• het diagram voor het bouwtype kiezen uit de hieronder
weergegeven diagrammen met daarin het type gasafvoer-
systeem dat nodig is om het uitlaatgas af te voeren van de
plaats waar het apparaat geïnstalleerd is.
E.7.11.2 Montage van de accessoires
De accessoires zijn eenvoudig te monteren met behulp van de
afbeeldingen en bijbehorende legenda die hieronder als
referentie zijn gegeven.
De schroefgaten voor bevestiging van accessoire "A" hebben
een diameter van 3,5 mm.
Deze gaten moeten ter plaatse geboord worden waar ze op de
bovenkant van de oven gemarkeerd zijn.
E.7.11.3 Gasafvoersysteem
Voordat het systeem geïnstalleerd wordt, moet gecontroleerd
worden of de afvoercapaciteit van het afvoersysteem voor
dampen groter is dan de hoeveelheid uitlaatgas die door het
apparaat wordt geproduceerd, zoals voorgeschreven door de
van toepassing zijnde normen.
In het geval dat afvoerkanalen onder een afzuigkap zijn
geïnstalleerd, moet gecontroleerd worden dat het uiteinde
van het afvoerkanaal op de gespecificeerde afstand van de
onderrand van de filters op de afzuigkap is geplaatst, zoals
aangegeven in onderstaande afbeelding.
Deze afstand wordt bepaald door diameter "D" van het
afvoerkanaal.
32
35
33
35
6 GN 1/1
#
basis
van
de
gebruikte
34
34
24
31
34
34
10 GN 1/1
10 GN 2/1
#
• BOUWTYPE A1: OPLOSSING 1 (rechtstreekse afvoer
onder een afzuigkap zonder rookafvoer)
DIRECTE AFVOER ONDER AFZUIGKAP
C = Uitlaat afvoer convectorgas van de oven
* = de dampen kunnen een temperatuur bereiken van 500
• BOUWTYPE A1: OPLOSSING 2 (afvoer onder een
afzuigkap met rookafvoer)
A
34
30
34
20 GN 2/1
#
#
*
Tmax=500˚C
C
2D
ø D
*
C
G
27,5
25
27,5
20 GN 2/1
#
E

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave