Weergave
• Haal de camera van de montageplaats.
• Schuif de schakelaar in de stand SETUP (7).
• Druk op de knop PLAY (16) en de pijltoetsen links/rechts (15) of (18) om tussen de
afzonderlijke foto's/video's te navigeren.
• Druk bij het bekijken van foto's op de pijltoetsen links/rechts om naar boven of beneden
te bladeren.
• Druk op de knop OK (17) om de weergave van video's te starten.
• Druk op de knop MENU (14) om weergave te beëindigen.
• Druk op de knop PLAY (16) om naar de stand-bymodus terug te keren.
Diavoorstelling activeren
Met deze functie kunnen de op de geheugenkaart opgeslagen foto's automatisch worden
weergegeven. Elke foto wordt ca. 2 seconden lang weergegeven.
• Druk op PLAY (16) en vervolgens op MENU (14) om het menu te openen. Selecteer
vervolgens "Activate Slide Show" (slideshow activeren) en druk op OK (17) om de
diavoorstelling te starten.
• Druk op OK (17) om de diavoorstelling te stoppen en de huidige foto op het lcd-scherm
(20) weer te geven.
f) Foto's en video's via de computer afspelen
Het videosignaal van de wildcamera kan op een externe monitor of een televisie worden
overgedragen. Volg ook de aanwijzingen van het betreffende weergaveapparaat.
• Verbind de televisie of de monitor met de camera via een AV-kabel (niet meegeleverd bij dit
product). Steek de aansluitstekker van de kabel in de videoaansluiting AV (11) en verbind
het andere uiteinde met de ingangsaansluiting van het weergaveapparaat.
• Zet de camera aan. Schuif de schuifschakelaar in de stand SETUP (7).
• Na de aansluiting schakelt de camera over naar de weergavemodus en wordt het lcd-
display (20) automatisch uitgeschakeld. De beeldsignalen van de camera worden op het
externe weergaveapparaat weergegeven.
g) Bestanden kopiëren/wissen
De camera kan op een computer worden aangesloten en wordt daar als extern geheugen
herkend.
• Verbind de camera met uw computer via de USB-kabel (meegeleverd met het product).
• Na een succesvolle verbinding wordt de geheugenkaart van de camera op de computer
als nieuw USB-geheugen weergegeven. Foto's en video's vindt u daar in de map
"DCIM/100MEDIA". Deze kunnen naar de computer worden gekopieerd en/of eventueel
van de kaart worden verwijderd.
Trek tijdens het kopiëren van foto's/video's de kabel niet los en verwijder de geheu-
genkaart niet.
Instellingen en functies van het OSD-menu.
Om het OSD-menu op te roepen en instellingen uit te voeren, gaat u als volgt te werk:
• Zet de schuifschakelaar in de stand SETUP (7).
• In het lcd-display (20) verschijnt na enkele seconden het live-beeld van de ingebouwde
camera.
• Met de knop MENU (14) kan het OSD-menu worden opgeroepen en ook weer worden
verlaten. Druk nogmaals op de knop MENU om terug te keren naar het vorige menu of om
de menu-instellingen te verlaten.
• Met de pijltoetsen links (15) en rechts (18) kan de gewenste instelling worden geselecteerd.
• Met de knop OK (17) wordt de instelling bevestigd en opgeslagen.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
1. "Modus"
Hier kan worden ingesteld of de wildcamera bij activering door de PIR-bewegingsmelder alleen
foto's of alleen video's maakt. Als u foto- en videomodus selecteert, zal de wildcamera eerst
een foto maken en vervolgens een video opnemen. De parameterinstellingen van foto- en
video-opname komen overeen met de voor foto en video gemaakte instellingen.
Bevestig de instelling met de knop OK, anders wordt dit niet overgenomen.
2. "Fotoresolutie"
Stel hier de fotoresolutie in. U kunt kiezen uit verschillende resoluties van bijvoorbeeld 16 M
(5376 x 3024),12 M (4608 x 2592), 8 M (3840 x 2160), 1 M (1280 x 720) etc.
3. "Serieopname"
Stel hier in hoeveel foto's de wildcamera maakt als de PIR-bewegingsmelder wordt geactiveerd.
Er kunnen 1, 2 of 3 foto's worden ingesteld.
4. "Videoresolutie"
Gebruik deze functie om de gewenste videoresolutie in te stellen.
De wildcamera kan in verschillende resoluties opnemen, bijv. 1920 x 1080, 1280 x 720, 720
x 480 of 640 x 480 pixels, etc. Kies de gewenste videoresolutie: Hoe hoger de resolutie, hoe
gedetailleerder de video's zijn. De grotere bestanden hebben echter meer opslagruimte nodig.
5. "Videolengte"
Stel hier in hoe lang de video-opname moet duren als de PIR-bewegingsmelder wordt
geactiveerd. Er kan een tijd van 3 seconde tot 60 seconden of van 1 minuut tot 10 minuten
worden ingesteld. Hoe langer de geselecteerde opnametijd is, des te korter is de mogelijke
gebruiksduur. De voorinstelling van de videolengte bedraagt 5 seconden.
6. "Geluidsopname"
Stel in of audiosignalen van de omgeving moeten worden opgenomen of niet. Inschakelen of
uitschakelen is selecteerbaar.
7. "Opname-interval"
De opnamevertragingstijd kan tussen 5 seconden en 60 minuten worden gekozen. Dit bepaalt
hoe lang de wildcamera na een opname moet pauzeren. Tijdens het geselecteerde interval
neemt de camera dus geen foto's of video's op. Het voorkomt dat de geheugenkaart met te
veel opnamen van dezelfde gebeurtenis wordt gevuld.
- Voorbeeld: U stelt een tijd van 1 minuut in. Als de wildcamera door de PIR-bewegings-
melder werd geactiveerd en een foto of een video heeft genomen, is deze pas na het
verstrijken van deze tijd weer gereed voor de volgende opname.
8. "Gevoeligheid bewegingsm."
Hier wordt de gevoeligheid van het bewegingssensor ingesteld. U kunt kiezen uit drie
verschillende niveaus. Kies voor binnenruimtes en omgevingen met weinig storingen "hoog".
Kies "gemiddeld" voor buitengebieden en omgevingen met normale interferentie en "laag" voor
een omgeving met hoge interferentie.
Let op dat een hoge gevoeligheid tot foute activeringen kan leiden. Een hoge gevoe-
ligheid is vooral geschikt voor binnenruimtes of omgevingen met weinig storende
invloeden. Bij lage gevoeligheid worden daarentegen alleen grotere objecten (resp.
grotere warmteverandering in het registratiebereik) herkend. Lage gevoeligheid is
geschikt voor buitenomgevingen of omgevingen met veel storende invloeden.
9. "Doel-opnametijd"
Hier stelt u de opnametijd van de camera in. Druk op de knop MENU en selecteer de
menupunten van de duur van de opname. Druk op de knop en selecteer vervolgens de start-
en eindtijd. Na het voltooien van de instelling werkt de camera elke dag alleen gedurende deze
ingestelde tijd en bevindt zich op de andere tijden in de stand-bymodus.
10. "Opname-interval\n instellen"
Via deze functie kan een automatische tijdgestuurde opname worden geactiveerd. De
registratie geschiedt onafhankelijk van een activering door de PIR-bewegingsmelder. Als
interval wordt de ingestelde tijd gebruikt. Als bijvoorbeeld het bloeien van bloemen moet
worden geregistreerd, kan een time-lapse worden gebruikt. De camera neemt automatisch
foto's tijdens elk instelinterval.
Kies de "Opname-interval\n instellen" in het menu en kies het inschakelen of uitschakelen. Stel
de gewenste tijd voor de timer in uren, minuten en seconden in.
Voorbeeld: U stelt in de instelfunctie "Opname-interval\n instellen" een tijd in van 60 minuten.
De wildcamera zal nu elke 60 minuten een foto nemen.
11. "Taal"
Hier stelt u de taal van het OSD-menu in. U kunt kiezen uit 13 talen: Engels, Duits, Deens,
Fins, Zweeds, Spaans, Frans, Italiaans, Nederlands, Portugees, Chinees modern, Chinees
traditioneel, Japans
12. "Tijd en datum"
Open het menu met de knop MENU (14) om tijd en datum te selecteren en druk vervolgens op
de knop OK om deze in te stellen.
Stel het tijd- en datumformaat in. Stel de overeenkomstige tijd en datum in.
Druk op de pijltoetsen links (15) / rechts (18) om de waarden te wijzigen. Druk op de knop
OK om naar de volgende te wijzigen instelling te gaan. Druk op de knop Menu (14) om de
instellingsmodus te verlaten.
Tijdformaat: 12/24 uur
Datumformaat: DD / MM / JJJJ, JJJJ / MM / DD, MM / DD / JJJJ
13. "Fotostempel"
Om vast te kunnen stellen wanneer een foto werd opgeslagen, kan hier worden ingeschakeld
dat de datum en de tijd direct op de foto worden ingevoegd (niet mogelijk bij video's!). De
gegevensbalk van het fotostempel geeft ook de maanfase, de omgevingstemperatuur in
graden Celsius en Fahrenheit, de datum en de tijd en het lopende nummer van de foto weer.
Open dit menupunt en selecteer het menupunt voor het inschakelen van het stempel of het
uitschakelen daarvan. Bevestig met de knop OK (17).
14. "Wachtwoordbeveiliging"
Na het selecteren van deze functie en de bevestiging met de knop OK kan een wachtwoord
worden ingevoerd (getal van 4 cijfers, bijv. 9876), om toegang tot het OSD-menu te verhinderen.
Bewaar dit wachtwoord zorgvuldig!
Om de wachtwoordbeveiliging in het menu te selecteren, navigeert u naar dit menupunt en
drukt u vervolgens op de knop OK. Stel vervolgens een 4-cijferig wachtwoord in.
Als u het startwachtwoord vergeten bent, houdt u bij uitgeschakelde camera de
knoppen MENU (14) en PLAY (16) gelijktijdig ingedrukt en zet u de schuifschakelaar
op SETUP (7). De camera wordt ontgrendeld.
15. "Akoestisch signaal"
Stel in of een pieptoon als bevestigingstoon moet klinken of niet. Open het menupunt en
bevestig dit met de knop OK (17).
Selecteer de menupunten voor het in-/uitschakelen en bevestig deze met de knop OK.
16. "Geheugenkaart formatteren"
Deze functie dient voor het formatteren van de geplaatste geheugenkaart.
Selecteer het menupunt. Na de bevestiging met de knop OK (17) verschijnt een veiligheidsvraag
("NO" = annuleren, "YES" = geheugenkaart formatteren). Bij het formatteren gaan alle
gegevens op de geheugenkaart verloren.