Inhoudsopgave
Advertenties
DMX-protocol
Bedieningspaneel
Wanneer het lampje brandt, betekent het dat de Phantom werkt
A. LED Display
B. MODE-toets
C. SETUP-toets
Besturingsmodus
De armaturen worden individueel op een datalink geadresseerd en op de controller aangesloten.
De armaturen reageren op het DMX-signaal van de controller.
DMX-adressering
Met het bedieningspaneel op de voorkant van de basis kunt u het adres van de DMX-armatuur toewijzen,
dat is het eerste kanaal van waaruit de Indigo op de controller zal reageren.
Merk op, wanneer u de controller gebruikt, het toestel beschikt over 36 kanalen.
Zorg bij gebruik van meerdere Trackers ervoor dat u de DMX-adressen correct instelt.
Het DMX-adres van de eerste Pixel Bar moet 1(A001) zijn; het DMX-adres van de tweede Pixel Bar moet
1+36=37 (A037) zijn; het DMX-adres van de derder Pixel Bar moet 37+36=73 (A073)zijn, enz.
Wees er zeker van dat u geen overlappende kanalen hebt, om elke Indigo juist te bedienen.
Als twee of meer Trackers hetzelfde geadresseerd worden, zullen ze op dezelfde wijze werken.
Voor de adresinstellingen, verwijzen wij u naar de instructies onder "Adressering" (menu d001).
Besturing:
Nadat alle Indigo's geadresseerd zijn, kunt u starten met het besturen van deze armaturen via uw
verlichtingscontrollerIndigo.
Opmerking: Na het inschakelen, zal de Indigo automatisch detecteren of DMX 512-data wordt
ontvangen. Als er bij de DMX-ingang geen data werd ontvangen, zal de "LED" op het bedieningspaneel
niet knipperen.
Het probleem kan zijn:
- De XLR-kabel van de controller is niet aangesloten op de ingang van de Phantom.
- De controller is uitgeschakeld of defect, de kabel of de connector is defect, of de signaaldraden zijn
omgewisseld in de ingangsconnector.
Opmerking: Het is nodig om een XLR-afsluitweerstand (met 120 Ohm) in de laatste armatuur te steken om
de juiste overdracht in de DMX-datalink te waarborgen.
D. Up-toets
E. Down-toets
11
Fig. 5
Advertenties
Inhoudsopgave
