Instellingen opslaan in geheugen
•
Er zijn 5 interne geheugenadressen die kunnen worden gebruikt om instellingen op
te slaan.
•
Alle huidige instellingen inclusief spanning, stroom, OCP en OVP worden
opgeslagen.
•
De output is altijd OFF en het toetsenslot op het voorpaneel staat standaard op
OFF bij het oproepen van opgeslagen instellingen uit het geheugen.
•
Om een instelling op te slaan, houd u een van de vijf knoppen M1, M2, M3, M4 en
M5 ingedrukt.
•
De led zal knipperen en de instelling wordt opgeslagen als de led uitgaat.
Een instelling oproepen uit het geheugen
•
Om een instelling op te roepen, drukt u op een van de vijf knoppen M1, M2, M3, M4
en M5.
•
De instelling is hersteld.
Overstroombeveiligingsinstelling
•
Houd de knop OCP (Overcurrent Protection, Overstroombeveiliging in het
Nederlands) 3 seconden ingedrukt om naar de OCP-instellingsmodus te gaan, en
de indicator OCP SET zal worden weergegeven. De huidige ingestelde waarden op
zowel CHI als CH2 worden overeenkomstig weergegeven.
•
Door de stroomdraaischakelaar te gebruiken, kan de OCP-waarde worden gewijzigd.
•
Druk nogmaals op de knop OCP en houd hem 3 seconden ingedrukt om af te sluiten.
•
Druk op de knop OCP om de modus Overcurrent Protection
(Overstroombeveiliging) in te schakelen en de indicator OCP zal branden.
•
Druk opnieuw op de knop OCP om de OCP-modus te verlaten en de indicator OCP
zal uit gaan.
•
Wanneer de OCP-modus is ingeschakeld en de stroomwaarde op de belasting of
de instellingsstroom hoger is dan de waarde die is ingesteld in de OCP-modus,
wordt de output uitgeschakeld.
Overstroombeveiligingsinstelling
•
Houd de knop OVP (Overvoltage Protection, Overspanningsbeveiliging in het
Nederlands) 3 seconden ingedrukt om naar de OVP-instellingsmodus te gaan, en
de indicator OVP SET zal worden weergegeven. De huidige ingestelde waarden op
zowel CHI als CH2 worden overeenkomstig weergegeven.
•
Door de spanningsdraaischakelaar te gebruiken, kan de OVP-waarde worden gewijzigd.
•
Druk nogmaals op de knop OVP en houd hem 3 seconden ingedrukt om af te sluiten.
•
Druk op de knop OVP om de overspanningsbeveiligingsmodus in te schakelen en
de indicator OVP zal branden.
•
Druk opnieuw op de knop OVP om de OVP-modus te verlaten en de indicator OVP
zal uit gaan.
•
Wanneer de OVP-modus is ingeschakeld en de spanningswaarde op de belasting
of de instellingsspanning hoger is dan de waarde die is ingesteld in de OVP-modus,
wordt de output uitgeschakeld.
Toetsenbordvergrendeling
•
Houd de spanningsdraaischakelaar gedurende 3 seconden ingedrukt, dan zullen
de bedieningselementen op het voorpaneel worden vergrendeld.
•
Houd deze opnieuw 3 seconden ingedrukt en ze worden ontgrendeld.
Pieptoon ON/OFF
•
Houd de stroomdraaischakelaar gedurende 3 seconden ingedrukt en de pieptoon
zal worden uitgeschakeld.
•
Houd de knop opnieuw 3 seconden ingedrukt en deze wordt hersteld.
5