BEDIENING
Bedieningstoetsen op het voorpaneel
•
Druk op de POWER-knop op het
bedieningspaneel aan de voorzijde om
de voeding in te schakelen.
•
De standaardinstelling is standaard de
laatste die werd gebruikt toen het apparaat
de vorige keer ingeschakeld was.
•
Druk nogmaals op de POWER-knop om
de voeding uit te schakelen.
De output instellen
•
Sluit de belasting aan op de terminals
van het voorpaneel.
•
Druk op de knop CH1 en de CH1-display-
indicator knippert; druk opnieuw op CH1 en het eerste cijfer op het kanaal 1-display
knippert. De spanningswaarde kan worden ingesteld door de draaischakelaar voor
de regeling van de spanning te gebruiken. Druk op de spanningsregeling en het in te
stellen cijfer kan worden gewijzigd.
•
Druk opnieuw op de toets CH1 om over te schakelen naar de stroominstelling, dan
kan de waarde worden ingesteld door de draaischakelaar te gebruiken volgens
dezelfde bedieningsstappen.
•
Nadat de spannings- en stroomwaarden zijn ingesteld, drukt u op de knop ON/OFF om
de output in te schakelen, waarna de ON-indicator op het display zal gaan branden.
•
Druk opnieuw op de knop ON/OFF om de output uit te schakelen.
•
Kanaal 2 kan worden geconfigureerd met dezelfde bedieningsstappen met behulp
van de CH2-knop.
Serie- of parallelbedrijf
•
Houd de knop CH1 gedurende 3 seconden ingedrukt om naar de seriemodus te
schakelen.
•
Wanneer de SER-indicator op het display oplicht, staat de voeding in seriemodus.
In deze modus is CH2 het masterbedrijf en CH1 het slavebedrijf en is het CH1-
bedrijf afgeschermd.
•
Druk op de ON/OFF-knop en vervolgens kan de output worden in- of uitgeschakeld.
•
Houd de knop CH1 gedurende 3 seconden ingedrukt om naar de parallelmodus te
schakelen.
•
Wanneer de PARA-indicator op het display oplicht, staat de voeding in de
parallelmodus. In deze modus is CH2 het masterbedrijf en CH1 het slavebedrijf en
is het CH1-bedrijf afgeschermd.
•
Druk op de ON/OFF-knop en vervolgens kan de output worden in- of uitgeschakeld.
4
Kanaalselectie-
knoppen
Outputknop
Afstellingsdraai-
schakelaars