De functieknoppen toewijzen
Door op een van de vier functieknoppen (1–4) aan de achterkant te drukken, worden de knoppen geactiveerd
en worden de pictogrammen naast de knoppen weergegeven. De functies van de fabrieksinstellingen worden
hieronder weergegeven.
Knop
1
2
3
4
5
U kunt de standaardfunctie van de functieknoppen wijzigen, zodat u snel toegang hebt tot veelgebruikte
menuopties als de knoppen worden geactiveerd.
Om de functieknoppen toe te wijzen, doet u het volgende:
1.
Druk op één van de vier knoppen (1–4) aan de achterkant om de knoppen te activeren en druk
vervolgens op de knop Menu op het schermmenu te openen.
2.
Selecteer in het schermmenu Menu-instellingen > Functieknoppen toewijzen en selecteer vervolgens
een van de beschikbare opties voor de knop die u wilt toewijzen.
OPMERKING:
toewijzen.
14
Hoofdstuk 2 De monitor gebruiken
Menu/OK
Next Input-poort
Functieknop 2 toewijsbaar
Weergavemodi
Functieknop 3 toewijsbaar
Informatie
Functieknop 4 toewijsbaar
Voeding
U kunt alleen de drie functieknoppen toewijzen. De knop Menu of de aan/uit-knop kunt u niet
Functie
Hiermee opent u het schermmenu.
Hiermee schakelt u de invoerbron van de monitor naar de volgende
actieve invoer.
Hiermee opent u het menu Weergavemodi.
Opent het informatiemenu.
Monitor in- of uitschakelen.