Veiligheid
Ø
Anti-eilandeEffect
Het eilandeffect betekent dat wanneer het elektriciteitsnet wordt
afgesloten, het netgekoppelde stroomopwekkingssysteem de
stroomuitval niet kan detecteren en nog steeds stroom levert aan
het elektriciteitsnet. Dit is zeer gevaarlijk voor het
onderhoudspersoneel en het elektriciteitsnet op de transmissielijn.
Deze omvormer maakt gebruik van de actieve frequentie-
offsetmethode om eilandeffect te voorkomen.
Ø
PE-aansluiting en lekstroom
• Alle omvormers zijn voorzien van een gecertificeerde interne
aardlekbewaking (RCM) om mogelijke elektrocutie en brandgevaar
te voorkomen in geval van een uitval van de PV-array, kabels of
omvormer.
Er zijn 2 reisdrempels voor de RCM zoals vereist voor certificering
(IEC 62109-2:2011).
De standaardwaarde voor bescherming tegen elektrocutie is 30 mA
en voor langzaam stijgende stroom is 300 mA.
• Als een externe aardlekschakelaar (IGM) (type A wordt aanbevolen)
verplicht is, moet de schakelaar geactiveerd worden bij een
reststroom van 300 mA (aanbevolen). IGM's van andere specificaties
kunnen ook gebruikt worden volgens de lokale normen.
Waarschuwing!
Hoge lekstroom!
Het moet geaard worden voordat de voeding wordt
aangesloten.
• Een defecte aardverbinding kan leiden tot uitval van apparatuur,
persoonlijk letsel en overlijden en elektromagnetische interferentie.
• Zorg voor dat de aarding voldoet aan de IEC62109-norm en
geleiderdiameter aan de STANDAARD-specificatie.
• Sluit het aardingsuiteinde van de apparatuur niet in serie aan om
meerpuntsaarding te voorkomen.
• Elektrische apparaten moeten geïnstalleerd worden in
overeenstemming met de bedradingsregels van elk land.
08
Voor de VK
• De installatie die de apparatuur aansluit op de
bevoorradingsklemmen, moet voldoen aan de vereisten van BS
7671.
• De elektrische installatie van het PV-systeem moet voldoen aan
de vereisten van BS7671 en 1EC60364-7-712.
• Alle beschermingsmiddelen kunnen niet vervangen worden.
• De gebruiker dient ervoor te zorgen dat e installatie, het ontwerp
en de bediening van de apparatuur altijd voldoen aan de vereisten
van ESQCR22(1)(a).
Ø
Veiligheidsinstructies voor de batterij
Deze omvormer moet gekoppeld worden aan een
hoogspanningsbatterij. Voor de specifieke parameters zoals
batterijtype, nominale spanning, nominale capaciteit en meer,
raadpleegt u paragraaf 4.3.
Raadpleeg de bijbehorende batterijspecificatie voor meer
informatie.
Veiligheid
09