Spanningsdalingdetectie actief, direct na aanzetten alarm
Spanningsdalingdetectie actief na 5min. na aanzetten
alarm (preventie triggering door ventilator indien deze niet
aangesloten wordt)
Ventilator met positief contact
Ventilator met negatief contact
Ventilator detectie niet aangesloten
CONTROLE EN AFREGELING
Afregelen van de spanningsdalingdetectie (indien gebruikt):
•
Sluit het alarm aan zonder het echter te activeren.
•
Regel trimpotentiometer RV1 zodanig dat de LED LD1 oplicht iedere keer dat de
binnenverlichting ingeschakeld wordt (door middel van deurcontact), zet deze
afregeling niet te gevoelig voor het vermijden van vals alarm (wijzerzin =
gevoeliger).
Afregelen van de schokdetector:
•
Sluit het alarm aan zonder het echter te activeren.
•
Zorg dat het contactslot uit staat.
•
Sla op de venster met de palm van de hand (zo bootst u een inbreker na)
normaal moet de LED op het dashboard even oplichten iedere keer als de
schokdetector een schok detecteert. Indien de LED niet oplicht dan moet men de
schokdetector bijregelen (draai richting +)
•
Regel schoksensor niet te gevoelig, zet de detector in de minimum positie die
nodig is om uw voertuig te beschermen.
•
Indien nodig kan men een tweede detector bijplaatsen (bv. bij een grote wagen).
22
JP3
5MIN
DIR
JP3
5MIN
DIR
JP4
NEG POS
JP4
NEG POS
JP4
NEG POS