Het moederbord terugplaatsen
GEVAAR: Lees de veiligheidsinstructies die bij de computer werden geleverd
alvorens u werkzaamheden binnen de computer uitvoert en volg de stappen
in "Voordat u begint" op pagina 9. Volg de instructies in "Na het uitvoeren van
werkzaamheden aan de binnenkant van uw computer" op pagina 11 nadat
u werkzaamheden aan de binnenkant van de computer hebt verricht. Raadpleeg
voor meer informatie over veiligheidsrichtlijnen onze website over de wet- en
regelgeving op dell.com/regulatory_compliance.
Procedure
1
Plaats het moederbord voorzichtig in het chassis en schuif het moederbord naar de
achterzijde van de computer.
2
Plaats de schroeven terug waarmee het moederbord aan het chassis is bevestigd.
3
Plaats de kabels die u van het moederbord hebt losgekoppeld en sluit deze aan.
N.B.: Voor informatie over de moederbordconnectoren,
zie "Moederbordonderdelen" op pagina 13.
Nazorgmaatregelen
1
Plaats de processor terug. Zie "De processor terugplaatsen" op pagina 67.
2
Plaats de processorventilator en de warmteafleider terug.
Zie "De processorventilator en warmteafleider terugplaatsen" op pagina 64.
3
Plaats de grafische kaart terug. Zie "De grafische kaart opnieuw installeren"
op pagina 29.
4
Plaats de geheugenmodule(s) terug. Zie "De geheugenmodule(s) terugplaatsen"
op pagina 18.
5
Plaats zo nodig de draadloze minikaart terug. Zie "De draadloze minikaart
terugplaatsen" op pagina 32.
6
Plaats de computerkap terug. Zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 16.
Het serviceplaatje invoeren in systeeminstellingen
1
Zet de computer aan.
2
Druk tijdens de POST op <F2> om het programma System Setup (Systeeminstellingen)
te openen.
3
Ga naar het tabblad Main (Algemeen) en voer het serviceplaatje in het veld Service
Tag (Serviceplaatje) in. Zie "Systeeminstellingen" op pagina 76.
Het moederbord terugplaatsen
75
|