S88-6
tams elektronik
2. Werking
De terugmelder S88-6 is compatibel met alle componenten die met de door Märklin**
ontwikkelde s88-bus werken. Hij kan 16 grondcontacten inlezen.
De terugmelder S88-6 is geoptimaliseerd voor gebruik in middengeleidersystemen.
2.1. Extra aardaansluiting
In terugmeldsecties wordt de locomotief gevoed via de middengeleider en de doorgaande
buitengeleider. Een onderbreking van de aardverbinding aan de doorlopende rail (bijvoorbeeld
door verontreiniging) heeft een onmiddellijk effect op het loopgedrag. In het ergste geval
stopt de locomotief of start hij niet meer na een stop in de terugmeldsectie.
Het probleem kan worden opgelost door de twee buitenste geleiders met elkaar te verbinden
door middel van een diode. Deze zogenaamde "diodetruc" maakt gebruik van het feit dat
slechts één halve golf van de digitale spanning kan worden gebruikt voor de terugkoppeling in
de s88-bus. Door een diode in te bouwen, wordt de andere halve golf "omgeleid" van de
geïsoleerde naar de doorgaande rail en ontstaat er dus een extra massa-verbinding. Bij de
s88-6 zijn de diodes in de schakeling geïntegreerd, zodat het tijdrovende achteraf inbouwen
van diodes niet nodig is.
2.2. Het verzenden van de terugmelding in de s88-bus
De informatie wordt door de S88-6 via de s88-bus doorgegeven aan de voorgeschakelde
terugmelder of aan het aangesloten digitale apparaat (interface, memory of centrale). De
gegevensoverdracht van de ene feedbackmodule naar de andere vindt plaats in de s88-bus
volgens het bucket-chain-memory-principe.
Het aantal terugmeldingen dat u op een buslijn kunt aansluiten, hangt af van de interface, het
memory of de centrale die u gebruikt. Neem de specificaties van de fabrikant van het
apparaat in acht.
Adressering van de terugmeldmodules
De adressering van de terugmeldmodule S88-6 gebeurt automatisch op basis van zijn positie
op de buslijn. Het wordt daarom gebruikt in lineaire buslijnen met directe aansluiting op de
interface, het memory of de centrale.
6 | Werking