Veiligheidsinstructies
Het apparaat werd voor levering onderworpen aan uit-
gebreide materiaal-, functie- en kwaliteitscontroles.
Niettemin kunnen er van dit apparaat gevaren uitgaan,
als het door niet-geïnstrueerde personen ondeskundig
of niet-doelmatig wordt ingezet!
Neem de volgende instructies in acht.
◊ Het apparaat mag niet worden opgesteld en werken
in ruimtes waar explosiegevaar bestaat.
◊ Het apparaat mag niet worden opgesteld en werken
in olie-, zwavel-, chloor- of zouthoudende atmosferen.
◊ Het apparaat moet rechtop en stabiel worden opge-
steld.
◊ Het apparaat mag niet worden blootgesteld aan een
directe waterstraal.
◊ Vrije luchtaanzuiging en luchtuitblazing moeten altijd
gegarandeerd zijn.
◊ De aanzuigkant moet altijd vrij zijn van vuil en losse
voorwerpen.
◊ Nooit vreemde voorwerpen in het apparaat steken.
◊ Het apparaat mag tijdens het bedrijf niet afgedekt en
niet getransporteerd worden.
◊ Alle elektrische leidingen van het apparaat moeten
tegen beschadigingen (b.v. door dieren) beschermd
worden.
◊ Verlengingen van de aansluitkabel moeten afhankelijk
van het aansluitvermogen van het apparaat, de kabel-
lengte en het gebruiksdoeleinde gekozen worden.
◊ Het apparaat mag alleen rechtop getransporteerd
worden; de condensaatpot moet voor elke verande-
ring van plaats leeggemaakt worden.
◊ Een ander bedrijf of een andere bediening dan be-
schreven in deze gebruiksaanwijzing is niet toegela-
ten.
Bij niet-inachtneming vervalt elke aansprakelijkheid
en het recht op garantie.
Werkzaamheden aan de koelinstallatie en aan de
elektrische uitrusting mogen alleen worden uitge-
voerd door een hiervoor geautoriseerd vakbedrijf!
Beschrijving van het
apparaat
Het apparaat is geconcipieerd voor een automatische,
universele en probleemloze luchtontvochtiging. Het kan
dankzij zijn compacte afmetingen gemakkelijk getrans-
porteerd en opgesteld worden.
Het apparaat werkt volgens het condensatieprincipe.
Het is uitgerust met een hermetisch afgesloten koelin-
stallatie, een geluids- en onderhoudsarme ventilator en
een elektrische aansluiting met stekker.
6
De volautomatische regeling, de traploos regelbare
hygrostaat, de condensaatpot met geïntegreerde over-
loopbeveiliging en de aansluitstomp voor een directe
afvoer van het condensaat garanderen een storingsvrije
continue inzet.
Voor de functiecontrole beschikt het apparaat over con-
trolelampen op het bedieningspaneel.
Het apparaat voldoet aan de fundamentele veiligheids-
en gezondheidseisen van de geldende EU-richtlijnen.
Het is gemakkelijk te bedienen en bedrijfsveilig.
Inzetplaatsen van de apparaten
Het apparaat wordt overal ingezet waar waarde wordt
gehecht aan droge ruimtes en waar indirecte materiële
schade (b.v. door schimmelvorming) moet worden ver-
meden.
Het apparaat wordt voornamelijk gebruikt voor het uit-
drogen en ontvochtigen van:
◊ woon-, slaap-, douche- of kelderruimtes.
◊ waskeukens, weekendhuisjes, woonwagens.
Voor het continu droog houden van:
◊ magazijnen, archieven, laboratoria.
◊ bad-, was- en omkleedruimtes enz.
Werkwijze
Het apparaat werkt volgens het condensatieprincipe.
De ventilator zuigt de vochtige ruimtelucht aan de
achterkant van het apparaat aan via het luchtfilter, de
verdamper en de daarachter gelegen condensator.
Aan de koude
verdamper
de ruimtelucht. De ruimtelucht wordt afgekoeld tot onder
het dauwpunt en de waterdamp in de lucht slaat als
condensaat resp. rijp neer op de verdamperlamellen.
ontvochtigde
ruimtelucht
ventilator
condensaatpot
Aan de
(warmtewisselaar) wordt de ont-
condensator
vochtigde, afgekoelde lucht weer verwarmd en met een
temperatuur van ca. 5 graden boven de ruimtetempera-
tuur weer uitgeblazen.
wordt warmte onttrokken aan
condensator
verdamper
vochtige ruimtelucht
condensaatval
compressor
Schematische voorstelling van de werkwijze