8.2.4.4
Bedrijfsstatus pomp
De volgende symbolen worden per pompaggregaat in
de installatie weergegeven. Voor een installatie met
vier pompaggregaten wordt bijvoorbeeld P1, P2, P3
en P4 weergegeven.
Figuur 11: Bedrijfsstatus voor pompaggregaat P2
Positie Aanduiding
1
Pompaggregaat in de
installatie
2
Aanwezige meldingen Er zijn één of meerdere waarschuwingen of alarmen voor pompaggregaat 2.
3
Pompaggregaat draait Geeft aan of het pompaggregaat op dit moment draait. Dit symbool verdwijnt wanneer het
4
Automatisch bedrijf
5
Handmatig UIT
6
Handmatig AAN
24
1
2
3
4
5
6
Betekenis
Symbolen voor een bepaald pompaggregaat (in dit voorbeeld pompaggregaat 2)
pompaggregaat is uitgeschakeld of zich in de rusttoestand bevindt.
Het pompaggregaat wordt door de regeleenheid ingeschakeld en uitgeschakeld (F-installa-
tie) of via de frequentie geregeld (VC- en SVP-installatie).
Pompstart wordt geblokkeerd. Een draaiend pompaggregaat wordt uitgeschakeld.
Het pompaggregaat wordt handmatig ingeschakeld.
Bij een F-installatie betekent dit dat het wordt ingeschakeld. Bij een VC- of SVP- installatie
begint het met een vaste frequentie (vast toerental) te draaien. De vaste frequentie kan wor-
den geconfigureerd