5.4
Werking
5.4.1
Normale werking
Met behulp van een drukopnemer/drukschakelaar
aan de perszijde van de installatie wordt de druk in
het systeem geregeld.
Indien als gevolg van waterafname de druk daalt tot
onder de wensdruk, wordt er een pomp ingeschakeld.
Voor het vastleggen van de wensdruk, zie
"vastleggen van de wensdruk".
Als de wensdruk is bereikt, en de minimale looptijd is
verstreken, worden de pompen weer één voor één
uitgeschakeld. De minimale nalooptijd wordt
voortdurend geoptimaliseerd. Hiermee wordt een
aanzienlijke energiebesparing gerealiseerd.
5.4.2
Aantal bedrijfsuren per pomp
Het actuele aantal bedrijfsuren van een pomp
bepaald welke pomp als eerstvolgende zal worden in-
of uitgeschakeld. De pomp met de minste
bedrijfsuren wordt als eerste ingeschakeld en de
pomp met de meeste bedrijfsuren wordt als eerste
uitgeschakeld. Hiermee wordt geregeld dat alle
pompen een gelijk aantal bedrijfsuren hebben,
inclusief de reservepomp.(alleen van toepassing op
HUV2)
5.4.3
Proefdraaien
Om te voorkomen dat een pomp voor langere tijd
stilstaat is er een automatische proefdraaiinrichting
opgenomen. (alleen van toepassing op HUV2)
5.4.4
Ruimte temperatuursensor (optie)
Wanneer de break-unit is uitgevoerd met een ruimte
temperatuursensor, zal deze een
temperatuurafhankelijk alarm generen. (alleen van
toepassing op HUV2)
5.4.5
Niveauregeling van het reservoir
Onderbrekingsinstallaties van het type HUV1 en
HUV2 zijn uitgevoerd met een automatische
niveauregeling van het water in het reservoir.
Hiermee wordt gegarandeerd dat er altijd voldoende
water ten behoeve van het verbruikerssysteem
beschikbaar is.
De niveaumeting gebeurt bij een HUV1 door middel
van elektrodepennen die op vaste posities door de
wand van het reservoir zijn gemonteerd, en bij een
HUV2 door middel van een drukopnemer die in een
doorvoer onderin het reservoir is gemonteerd.
Het schakelpaneel meet continu het waterniveau, en
schakelt wanneer nodig de magneetafsluiter open of
dicht om het inkomende water al dan niet in te laten.
Ook wordt het laagwater / pomp uit niveau continue
bewaakt, ter voorkoming van het drooglopen van de
pomp(en) wanneer er bij calamiteiten geen
toevoerwater toegevoerd wordt. De werkende pomp
wordt dan automatisch uitgeschakeld.
Een HUV1 heeft vaste schakelpunten die niet aan te
passen zijn; een HUV2 geeft in de
pompbesturingseenheid mogelijkheden om de
diverse schakelniveau 's naar wens aan te passen.
Een standaard onderbrekingsinstallatie is zodanig
gedimensioneerd, dat de inhoud van het reservoir
ongeveer 10% van maximale uur capaciteit bedraagt.
Afhankelijk van voldoende toevoerdruk en het
afnamepatroon van het achterliggende systeem geeft
dit doorgaans een grote bedrijfszekerheid.
N.B.: het is van groot belang dat er voldoende
voordruk op de toevoer magneetafsluiter gerealiseerd
wordt, met een minimum waarde van 0.5 bar, zodat
de werking van deze magneetafsluiter gegarandeerd
blijft.
In de besturing van de HUV2 installaties kan nog een
extra hoogwater alarm worden ingesteld, zodat een
melding bij geopend blijvende magneetklep
gerealiseerd kan worden. De overstort van het
reservoir voert het teveel aan water wel veilig af.
13