1. Afstandsmoer
2. Gelaste lus van
borstelstang
De borstel monteren
1.
Zorg ervoor dat de borstel de juiste lengte heeft
voor uw maai-eenheid; snij de borstel af aan
de gemarkeerde lijnen als dit nodig is voor de
breedte van uw maai-eenheid.
2.
Monteer een borstellip op elk uiteinde van de
borstel met 2 kraagschroeven (5/16" x 1½").
Plaats de lippen zoals wordt getoond in
Opmerking:
Het borstelhaar is schuin
afgesneden. Monteer de borstel zo dat de
langere haren zich tijdens het maaien het dichtst
bij de tractie-eenheid bevinden.
3.
Bevestig een borstelstang aan elke borstellip.
Gebruik hiervoor 2 flenskopbouten (¼" x ¾") en
flensborgmoeren (¼") zoals getoond in
Figuur 6
3. Inbusschroef (5/16" x 1")
4. Borstelstang
Figuur
Figuur
1. Borstelgewicht (optioneel)
g354128
2. Flensmoer (¼")
3. Kraagschroef (5/16" x 1½") 7. Borstel
4. Borstellip
4.
Stel met de borstel in de bedrijfsstand op een
vlakke ondergrond beide stelschroeven voor
de hoogte in van 0,6 cm naar 1,3 cm onder de
borstelstangen. Draai de contramoeren vast.
Stel af indien nodig om het gewenste contact
met grond te behouden.
Opmerking:
zouden plat tegen de grond moeten komen
tijdens het maaien. Als de borstel sprongen
maakt, draai de borstel dan zo dat alleen de
voorste haren de grond raken en de achterste
7.
haren zich minder dan 1,3 cm boven de grond
bevinden.
5.
Draai de borstel naar boven en bevestig de
stangen wanneer de borstel niet nodig is.
7.
4
Figuur 7
5. Linker borstelstang
6. Flenskopbout (¼" x ¾")
De uiteinden van het borstelhaar
g305660