3,6
3,7
Foutmeldingen
Er zijn drie soorten foutmeldingen van het BIOS die worden weergegeven afhankelijk van de ernst van het probleem. Deze zijn:
Fouten waardoor uw computer volledig wordt gestopt
Deze foutmeldingen stoppen de computer waardoor u de stroom van het systeem moet wisselen. De volgende tabel bevat de
foutmeldingen.
Tabel 16. Fouten waardoor uw computer volledig wordt gestopt
Foutmelding
Error! Non-ECC DIMMs are not supported on this system. (Fout! Niet-ECC DIMM's worden niet ondersteund op dit systeem.)
Alert! Processor cache size is mismatched. (Alarm! Cache-groottte van processor komt niet overeen.)
Install like processor or one processor. (Plaats een gelijkwaardige of één processor.)
Alert! Processor type mismatch. (Alarm! Type processor komt niet overeen)
Install like processor or one processor. (Plaats een gelijkwaardige of één processor.)
Alert! Processor speed mismatch. (Alarm! Snelheid van processor komt niet overeen.)
Install like processor or one processor. (Plaats een gelijkwaardige of één processor.)
Alert! Incompatible Processor detected. (Alarm! Incompatibele processor gevonden.)
Install like processor or one processor. (Plaats een gelijkwaardige of één processor.)
Fouten waardoor uw computer niet wordt gestopt
Uw computer stopt niet door deze foutmeldingen, maar er wordt wel een waarschuwingsmelding weergegeven, uw computer
wordt enkele minuten gepauzeerd en wordt dan verder opgestart. De volgende tabel bevat de foutmeldingen.
opgetreden in de geheugenconfiguratie of
-compatibiliteit.
Er is mogelijk een probleem met een
moederbordbron en/of hardware
opgetreden.
Er is een andere fout opgetreden.
geheugen dat u gebruikt door uw
computer ondersteund wordt.
Wis CMOS (Plaats de knoopbatterij
opnieuw. Zie Knoopbatterij verwijderen en
plaatsen).
Zorg dat het beeldscherm of de monitor is
aangesloten op een externe grafische
kaart. Zorg dat de kabels van alle harde
schijven en optische stations goed op het
moederbord zijn aangesloten. Als op het
scherm een foutmelding verschijnt ten
aanzien van een apparaat (zoals een
floppydisk of harde schijf), controleer dan
of het apparaat goed functioneert. Als het
besturingssysteem wil opstarten vanaf
een apparaat (zoals een floppydisk of
optisch station), controleer dan of in de
systeeminstellingen de opstartvolgorde
goed staat ingesteld voor de apparaten
die op uw computer aangesloten zijn.
53