7. IN BEDRIJF STELLEN EN WERKING
Aanwijzingen voor het aansluiten van het systeem
▪
De aansluiting moet zodanig worden gemaakt dat daardoor nergens
mechanische spanning ontstaat. Het verdient aanbeveling om de
bekabeling via een flexibele buis aan te sluiten.
▪
Het verdient aanbeveling om ontluchtingspunten te monteren op het
hoogste punt in het systeem.
▪
Het systeem moet zodanig worden gemonteerd dat bij een storing de
unit kan worden gedemonteerd. Het is daarom verstandig om
waterzijdige afsluiters vlakbij de unit te monteren.
▪
Het systeem met het verwarmingsmedium moet zodanig worden
beveiligd dat de druk van het verwarmingsmedium niet hoger dan 1,2
MPa (12 Bar) kan worden.
▪
Houdt bij het vastschroeven van de leiding op de warmtewisselaar
de aansluiting op de warmte-wisselaar met een montagesleutel vast.
In bedrijfstelling
▪
Controleer
voor
u
ventilatormotor en de TS regeling correct is aangesloten. Deze
aansluitingen moeten worden gemaakt in overeenstemming met de
technische documentatie.
▪
Controleer voor u de stroomvoorziening aansluit of de spanning van
de netvoeding overeenkomt met de werkspanning op het typeplaatje
op de unit.
▪
Controleer voor u de unit opstart of de leidingen voor het
verwarmingsmedium correct en lekdicht zijn aangesloten.
Het is niet toegestaan om de unit op te starten zonder dat de aarding
▪
aangesloten is.
Werking
▪
Het apparaat is ontworpen voor gebruik binnen gebouwen, bij
temperaturen boven 0 °C. Bij lage temperaturen (onder 0 °C) zou het
verwarmings-medium kunnen bevriezen.
De fabrikant aanvaardt geen enkele verant-woordelijkheid voor
schade aan de warmtewisselaar als gevolg van bevriezing van het
medium in de warmtewisselaar. Als de unit naar verwachting zal
moeten
werken
bij
temperaturen
glycoloplossing worden gebruikt als verwarmings-medium of
moeten er speciale automatische systemen worden gebruikt om
bevriezing van het medium in de warmtewisselaar te voorkomen.
▪
Het is niet toegestaan om objecten op het ver-warmingselement te
plaatsen of objecten aan de aansluitingen op te hangen.
▪
De unit moet regelmatig worden geïnspecteerd op juiste werking en
vervuling. Schakel de unit onmiddellijk uit, wanneer deze niet correct
werkt.
Het is niet toegestaan om een beschadigde unit te gebruiken. De
fabrikant aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid voor schade
als gevolg van het gebruik van een beschadigde unit.
▪
Wees voorzichtig bij het reinigen van de warmte-wisselaar, om te
voorkomen dat de aluminium lamellen beschadigen.
▪
Onderbreek altijd eerst de elektrische voeding, voor u de unit gaat
inspecteren of reinigen.
▪
Wanneer er gedurende een langere periode het gebruikte
luchtgordijn ter opslag wordt bewaard, moeten de buizen van de
warmtewisselaar worden afgetapt en met perslucht doorgespoten.
Denk hierbij aan tijdelijke demontage van het luchtgordijn.
Het is niet toegestaan om enige vorm van modificaties aan de unit
aan te brengen. Door enige vorm van modificatie vervalt de
garantie.
de
stroomvoorziening
aansluit
onder
0
°C
7. PORNIRE SI FUNCTIONARE
Ghid pentru realizarea legaturilor hidraulice
•
Conexiunea trebuie realizate in sensul in care nu se
formeaza tensiuni.
•
Este recomandat sa se instaleze aerisitor in cel mai inalt
punct al instalatiei.
•
Instalatia trebuie facuta in asa fel, incat in caz de
defectiune, sa fie posibila dezinstalarea unitatii. Pentru
acest lucru este bine sa se foloseasca robineti de izolare
a echipamentului.
•
Instalatia cu agent termic trebuie protejata impotriva
cresterii presiunii agentului termic peste valoarea permisa
(1,s MPa).
•
In timpul conectarii schimbatorului la tevi – racordurile
trebuie insurubate cu o cheie.
of
de
Pornirea
▪
Inainte de a alimenta cu curent electric, verificati
corectitudinea legaturilor la motorul ventilatorului si la
controler.
documentatiei tehnice aferente.
▪
Inainte de a alimenta cu curent electric, verificati daca
tensiune de alimentare este conform tensiunii trecute pe
placa de date a echipamentului. Pornirea echipamentului
fara a fi conectat la impamantare este interzisa.
Functionarea
▪
Unitatea este destinata utilizarii in interiorul cladirilor, la
temperaturi de peste 0°C. La temperature scazute (sub
0°C) exista riscul de inghet a agentului termic.
Producatorul nu isi asuma nici o responsabilitate
pentru deteriorarile schimbatorului de caldura datorate
inghetarii agentului termic. Daca aeroterma va
functiona la temperaturi mai mici de 0°C , atunci
moet
een
folositi un amestec de glycol cu apa, sau un sistem de
protectia automata antiinghet a agentului termic in
schimbatorul de caldura
▪
Este interzisa amplasarea obiectelor pe unitate sau
atarnarea lor de racordurile aerotermei.
▪
Perdeaua trebuie verificata periodic. In caz de functionare
incorecta, aeroterma trebuie oprita imediat.
Este interzisa folosirea unui dispozitiv defect.
Producatorul nu isi asuma nici o responsabilitate
pentru deteriorarile suferite din cauza folosirii unei
aeroterme defecte.
▪
Este necesara curatarea schimbatorului, aveti grija sa nu
deteriorati lamelele din aluminiu.
▪
In timpul verificarii sau curatarii perdelei, alimentarea
electrica trebuie intrerupta.
▪
In cazul in care perdeaua este fara agent termic o perioada
mai lunga de timp, tevile schimbatorului trebuie golite cu
aer comprimat
Aceste
legaturi
trebuie
facute
conform
| 13
www.flowair.com