Onderhoud van inktpatronen en voorzorgsmaatregelen
Als u problemen hebt met het plaatsen van de inktpatroon:
•
Zorg ervoor dat de inktpatroonhouder in de stand voor het laden/verwijderen van een inktpatroon
staat.
•
Controleer of de inktpatroon/patroonkamer schoon is en geen vreemde voorwerpen bevat.
•
U mag de inktpatroon NOOIT met grote kracht in de patroonkamer duwen. Verwijder in dat geval de
patroon en probeer deze opnieuw te plaatsen.
Als de afdrukkwaliteit niet optimaal is, kunt u de "Clean"-functie uitvoeren (zie "Printer
Monitor").
•
Laat de inktpatronen altijd in de originele verpakking zitten totdat u ze wilt gaan gebruiken.
•
Vergeet niet de beschermstrook te verwijderen voordat u de inktpatroon in de printer plaatst.
•
Ga voorzichtig te werk, zodat u geen inkt op uw kleren krijgt. Inktvlekken zijn moeilijk te verwijderen.
•
Probeer NIET de inktpatroon bij te vullen met inkt, aangezien hierdoor de patroon en de printer
beschadigd raken.
•
Schud de inktpatroon NIET heen en weer. Als de patroon geen inkt produceert, moet u de
schoonmaakprocedures uitvoeren die zijn beschreven in "Schoonmaken van de inktpatronen".
Als u de printer uitschakelt VOORDAT u de computer uitzet, weet u zeker dat de
inktpatroonhouder in de ruststand staat. Wanneer u de printer aanzet, wordt de
inktpatroonhouder automatisch in de ruststand geplaatst. Na ongeveer twee minuten van
inactiviteit wordt de stand-by-stand geactiveerd.
Gebruikershandleiding
9