tams elektronik
2.4. Bewegingscurves
De instellingen kunnen worden gemaakt
door de configuratievariabelen (CV's) te programmeren met een digitale DCC-centrale
of puur analoog met programmeertoetsen.
Curve 1
Lineaire beweging tussen de twee eindposities met
automatische stop wanneer een eindpositie is bereikt.
Constante snelheid.
Met de standaardinstelling kan de sequentie niet worden
onderbroken (toepassingsvoorbeeld: wissels).
Het is mogelijk om de sequentie te onderbreken door de toets
op een willekeurige positie in te drukken en om de sequentie
voort te zetten door nogmaals op de toets te drukken als er
een CV is ingesteld (toepassingsvoorbeeld: waterkranen).
Curve 2
Typische bewegingssequentie van een kinderwip.
Opmerking: De curve kan alleen worden ingesteld door een CV
met een centrale DCC te programmeren.
Curve 3
Typische bewegingsvolgorde van armseinen en slagbomen met
zwenken en automatische stop bij het bereiken van een
eindpositie.
Versie A: De treindienstleider beweegt de hendel in één keer.
Opmerking: De snelheid en uitslag voor de bobbing kunnen
alleen worden ingesteld door een CV te programmeren met
een centrale DCC.
Curve 4
Typische bewegingsvolgorde van armseinen en slagbomen met
zwenken en automatische stop bij het bereiken van een
eindpositie. Niet instelbaar met programmeertoetsen.
Versie B: De treindienstleider kan de bedieningshendel niet in
één keer bewegen, wat resulteert in een korte pauze in de
bewegingsreeks.
SD-32
Functie | 9