tams elektronik
Omgevingsgevaren
Een te klein, ongeschikt werkoppervlak en beperkte ruimteverhoudingen kunnen per ongeluk
huidverbrandingen of brand teweegbrengen. Voorkom dit gevaar door een toereikend, schoon
werkoppervlak in te richten met voldoende bewegingsvrijheid.
Andere gevaren
Kinderen kunnen uit onachtzaamheid of door een gemis aan verantwoordelijkheidsgevoel alle
hiervoor beschreven gevaren veroorzaken. Om gevaar voor lijf en leden te voorkomen mogen
kinderen onder de 14 jaar modules niet inbouwen.
!
Let op:
Kleine kinderen kunnen zeer kleine onderdelen met scherpe draadeinden inslikken.
LEVENSGEVAARLIJK! Zorg er daarom voor dat onderdelen niet in handen van kleine kinderen
komen.
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en zelfhulpwerkplaatsen moet de montage, installatie
en bediening van elektronische modules door geschoold personeel worden begeleid.
In commerciële voorzieningen moeten de relevante voorschriften ter voorkoming van
ongevallen in acht worden genomen.
3.2. Goed en degelijk solderen
!
Let op:
Bij ondeskundig solderen kan er brandgevaar optreden. Vermijd dit gevaar: lees hoofdstuk
Veiligheidsmaatregelen goed door en volg de aanwijzingen op.
Gebruik een soldeerbout met temperatuurregeling, die u instelt op ca. 300 °C.
Gebruik alleen elektronisch soldeer met een flux.
Gebruik nooit soldeervloeistof of soldeervet bij het solderen van elektronische schakelingen.
Deze bevatten een zuur dat componenten en geleidingsbanen vernietigt.
Soldeer snel: te lang solderen kan soldeerpads of -sporen losmaken of zelfs onderdelen
vernielen.
Houd de soldeerstift op het soldeerpunt, zodat deze tegelijkertijd de draad en het pad
raakt. Voeg (niet te veel) soldeer tegelijkertijd toe. Zodra het soldeer begint te vloeien,
verwijdert u het van het soldeerpunt. Wacht dan even tot het soldeer goed vloeit voordat u
de soldeerbout uit de soldeerverbinding haalt.
Verplaats de gemaakte soldeerverbinding niet voor ongeveer 5 seconden.
Een schone, niet-geoxideerde soldeerstift is essentieel voor een perfecte soldeerverbinding
en een goede soldering. Veeg daarom voor elke soldering overtollig soldeer en vuil af met
een vochtige spons, een dikke vochtige doek of een siliconenwisser.
Controleer na het solderen (bij voorkeur met een loep) of er per ongeluk verbindingen of
sporen zijn overbrugd met soldeer. Dit kan leiden tot storingen of vernieling van onderdelen
of, in het ergste geval, van het volledige circuit. Met de schone hete soldeerstift kunt u
overtollig soldeer opnieuw vloeibaar maken. Het soldeer vloeit dan van de plank naar de
soldeerstift.
FI-1 | Functie-inverter
Aansluitingen | 7