Het faxstuurprogramma installeren
1
Ga naar onze website of de website waar u de printer hebt
gekocht en download het installatiepakket.
2
Voer het installatieprogramma uit en volg de instructies op het
beeldscherm van de computer.
Firmware bijwerken
Werk de printerfirmware regelmatig bij om de printerprestaties te
verbeteren en problemen op te lossen.
Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie over
het bijwerken van de firmware.
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de
adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het
startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk
uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Klik op Instellingen > Apparaat > Firmware bijwerken.
3
Voer een van de volgende handelingen uit:
•
Klik op Controleren op updates > Akkoord, start update.
•
Upload het flashbestand.
a
Blader naar het flashbestand.
b
Klik op Uploaden > Start.
Printers toevoegen aan een computer
Voer een van de volgende handelingen uit voordat u begint:
•
Verbind de printer en de computer met hetzelfde netwerk. Zie
'Printer aansluiten op een Wi-Fi-netwerk' op pagina 18
meer informatie over het verbinden van de printer met een
netwerk.
•
Verbind de computer met de printer. Zie
'De printer aansluiten
op een computer' op pagina 19
voor meer informatie.
•
Sluit de printer rechtstreeks aan op de computer met een USB-
kabel. Zie
'Kabels aansluiten' op pagina 7
informatie.
Opmerking: De USB-kabel is apart verkrijgbaar.
Voor Windows-gebruikers
1
Installeer het printerstuurprogramma vanaf een computer.
Opmerking: Zie
voor meer informatie.
2
Open Printers en scanners en klik vervolgens op Een printer
of scanner toevoegen.
3
Voer een van de volgende handelingen uit afhankelijk van de
printerverbinding:
•
Selecteer een printer in de lijst en klik op Apparaat
toevoegen.
•
Klik op Wi-Fi Direct-printers weergeven, selecteer een
printer en klik vervolgens op Apparaat toevoegen.
•
Klik op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst
en ga als volgt te werk in het venster Printer toevoegen:
a
Selecteer Een printer met behulp van een TCP/IP-
adres of hostnaam toevoegen en klik op Volgende.
b
Typ in het veld Hostnaam of IP-adres het IP-adres van
de printer en klik op Volgende.
Opmerkingen:
–
–
c
Selecteer een printerstuurprogramma en klik op
Volgende.
d
Selecteer Het momenteel geïnstalleerde
printerstuurprogramma gebruiken (aanbevolen) en
klik op Volgende.
e
Typ een printernaam en klik op Volgende.
f
Selecteer een deeloptie voor de printer en klik op
Volgende.
g
Klik op Voltooien.
voor
Voor Macintosh-gebruikers
1
Open Printers en scanners op een computer.
2
Klik op
voor meer
3
Selecteer een printerstuurprogramma in het menu Gebruiken.
Opmerkingen:
•
Als u de Macintosh-printerstuurprogramma wilt
gebruiken, selecteert u AirPrint of Secure AirPrint.
'De printersoftware installeren' op pagina 17
Controleer het IP-adres van de printer op het
startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat
uit vier sets met cijfers gescheiden door punten:
123.123.123.123.
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze
tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct
kan worden geladen.
en selecteer een printer.
18
•
Als u aangepaste afdrukfuncties wilt, selecteert u het
stuurprogramma van de fabrikant. Zie
printersoftware installeren' op pagina 17
installeren van het stuurprogramma.
4
Voeg de printer toe.
Printer aansluiten op een Wi-Fi-
netwerk
Zorg dat Actieve adapter is ingesteld op Automatisch. Selecteer
in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten >
Netwerkoverzicht > Actieve Adapter.
1
Raak in het startscherm Instellingen > Netwerk/poorten >
Draadloos > Configuratie via printerscherm > Netwerk
kiezen aan.
2
Selecteer een Wi-Fi-netwerk en typ vervolgens het
netwerkwachtwoord.
Opmerking: Voor Wi-Fi-netwerkklare printermodellen
verschijnt tijdens de eerste installatie een vraagvenster voor
het instellen van het Wi-Fi-netwerk.
Wi‑Fi Direct configureren
Wi-Fi Direct is een op Wi-Fi gebaseerde peer-to-peer-technologie
waarmee draadloze apparaten rechtstreeks verbinding kunnen
maken met een Wi-Fi Direct-printer zonder een toegangspunt
(draadloze router) te gebruiken.
1
Tik vanuit het startscherm op Instellingen > Netwerk/Poorten
> Wi-Fi Direct.
2
Configureer de instellingen.
•
Wi-Fi Direct inschakelen: hiermee kan de printer een
eigen Wi-Fi Direct-netwerk uitzenden.
•
Wi-Fi Direct-naam: hiermee geeft u het Wi-Fi Direct-
netwerk een naam.
•
Wachtwoord voor Wi-Fi Direct: hiermee maakt u het
wachtwoord aan voor de draadloze beveiliging wanneer u
de peer-to-peer-verbinding gebruikt.
•
Wachtwoord weergeven op pagina Instellingen: hiermee
wordt het wachtwoord weergegeven op de pagina met
netwerkinstellingen.
•
Drukknopverzoeken automatisch accepteren: hiermee
worden verbindingsverzoeken automatisch geaccepteerd
door de printer.
'De
voor het