G014292
5
1
Figuur 22
1. Slangklem
2. Lange toevoerslang
3. Filter
6. Schuif de slangklem over de ribbel en draai deze vast
om de slang te bevestigen.
7. Plaats een slangklem over de uiteinden van de kortste
slang.
8. Plaats een los uiteinde van de korte slang op de
rechte geribde fitting van de pomp.
9. Schuif de slangklemmen over de ribbel en draai deze
vast om de slang te bevestigen.
Plaats het filter
1. Zoek het geassembleerde filter tussen de losse
onderdelen. Let op de pijl op het geassembleerde
filter.
2. Plaats het filter in het verlengde van de losse
uiteinden van de slangen die van de pomp komen en
naar de spoelmonden gaan (Figuur 23).
4
3
4. Afgesneden slang
5. Pomp
1
2
1
1. Pomp
2. Filter
3. Schuif de slangklemmen van de toevoerslang over
de geribde fittingen van het geassembleerde filter
en zet vast.
Plaats de slang van de spoeltank
1. Zoek de slang van de spoeltank tussen de losse
onderdelen.
2. Plaats een slangklem over één van de uiteinden van
de slang.
3. Plaats een uiteinde van de slang op 90°-fitting
onderaan de spoeltank (Figuur 24).
1. Spoelslang
2. Slangklem
3. Pomp
4. Schuif de slangklem over de ribbel en draai deze vast
om de slang te bevestigen.
5. Schuif de gedraaide buis over de slang om te
voorkomen dat ze over het frame schuurt.
6. Bevestig het andere uiteinde van de slang aan de
rechte geribde fitting die naar de pomp leidt.
7. Schuif de slangklemmen over de ribbel en draai deze
vast om de slang te bevestigen.
11
G014294
1
2
4
Figuur 23
3. Lange toevoerslang
4. Afgesneden slang
1
5 6
2
4
2
Figuur 24
4. Spoeltankfitting
5. Gedraaide buis
6. Kabelklemband
3
3
G0151
12