iTEMP TMT71, TMT72
Veiligheidsinstruc
ties: specifieke
gebruiksvoorwaar
den
Temperatuurtabe
llen
Type (besteloptie)
TMT7x-xxx1xxxx,
L2022x-xxx1xxxx
Transmitter
zonder display
TMT7x-xxx1xxxx,
L2022x-xxx1xxxx
Transmitter
Met display (TID10)
Endress+Hauser
• Explosieve stoom/lucht-mengsels kunnen alleen voorkomen onder
atmosferische omstandigheden.
• –50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
• 0,8 bar ≤ p ≤ 1,1 bar
• Wanneer geen explosieve mengsels aanwezig zijn of wanneer
aanvullende veiligheidsmaatregelen conform EN 1127-1 zijn
genomen, mogen de instrumenten ook worden bediend onder andere
atmosferische omstandigheden conform de specificaties van de
fabrikant.
• De beperkingen voor wat betreft de omgevingstemperatuur zoals
gespecificeerd in EN 1127-1 6.4.2 moeten worden aangehouden (zie
tabel).
• Het voedingscircuit moet voldoen aan Ex ia IIC type beveiliging
(EN/IEC 60079-14 12.3).
• De instrumenten mogen alleen worden toegepast in vloeistoffen
wanneer de materialen die in aanraking met de vloeistof komen,
daartegen voldoende bestand zijn.
• Wanneer het complete instrument wordt gebruikt in zone 0/EPL Ga,
moet de compatibiliteit van de instrumentmaterialen met de
vloeistoffen worden gewaarborgd. (behuizing: polycarbonaat (PC),
vulling: siliconen).
• De installatie van het TID10-display in zone 0/EPL Ga is niet
toegestaan.
• De temperatuurtransmitter moet zodanig worden geïnstalleerd, dat
elektrostatische oplading niet kan optreden, bijv. installatie in
geaarde kop of geaarde behuizing.
• • Het gebruik van de CDI-interface voor configuratie van de TMT7x of
L2022x in explosiegevaarlijke omgeving is niet toegestaan.
• De kop- en DIN-rail-transmitters moeten worden beveiligd tegen
elektrostatische oplading/ontlading.
Temperatuurklass
e
T6
T5
T4
T6
T5
Omgevingstemperatuur
EPL Gb/Zone 1
–50 °C ≤ Ta ≤ +55 °C
–50 °C ≤ Ta ≤ +70 °C
–50 °C ≤ Ta ≤ +85 °C
–40 °C ≤ Ta ≤ +55 °C
–40 °C ≤ Ta ≤ +70 °C
XA01736T
Omgevingstemperatuur
EPL Ga/Zone 0
–50 °C ≤ Ta ≤ +40 °C
–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
–50 °C ≤ Ta ≤ +60 °C
7