De wasmachine waterpas zetten
Als de vloer niet vlak is, draait u de verstelbare
poten zoals vereist (plaats geen stukjes hout enz.
onder de poten). Zorg ervoor dat alle vier de poten
stabiel zijn en op de vloer rusten en controleer dan
of het apparaat perfect horizontaal staat (gebruik
hiervoor een waterpas).
• Zodra de wasmachine waterpas staat, draait u de
borgmoeren richting de onderkant van de
wasmachine. Alle borgmoeren moeten worden
aangetrokken.
Verhogen
Borgmoer
Diagonale controle
• Wanneer u diagonaal op de hoeken en zijkanten
van de wasmachine drukt, mag de wasmachine
helemaal niet bewegen (controleer dit aan beide
kanten). Als de machine schommelt bij het
diagonaal duwen van de bovenplaat van de
machine, stelt u de poten weer af.
OPMERKING
• Hout of zwevende vloeren kunnen bijdragen aan
overmatige trillingen en onbalans.
• Als de wasmachine is geïnstalleerd op een
verhoogd platform, moet hij stevig worden
bevestigd om het risico van vallen te elimineren.
14
Verlagen
Draai alle 4
borgmoeren stevig vast
Aansluiten watertoevoerslang
• De watertoevoerdruk moet tussen 0,1 MPa en 1,0
MPa (1,0‒10,0 kgf/cm
• Slijp de toevoerslang niet af en draai hem niet
scheef in als u hem aansluit op de afsluiter.
• Indien de waterleidingdruk hoger is dan 1.0 MPa,
moet een decompressiesysteem worden
geïnstalleerd.
• Controleer regelmatig de staat van de slang en
vervang de slang indien nodig.
Controleren van de rubberen
afdichting op de watertoevoerslang
Twee rubberen afdichtingen worden geleverd met
de waterinlaatslangen. Ze worden gebruikt voor het
vermijden van waterlekken. Zorg ervoor dat de
aansluiting op de kranen goed dicht is.
Slangconnector
Rubberen afdichting
Slangconnector
Rubberen afdichting
) liggen.
2
NL