Basisinformatie voor de bediening
•
Instelelementen:
−
draaiknoppen voor de ruimtetemperatuurcorrectie,
afzonderlijk voor verwarmingsgroep 1 en 2
−
display; iedere instelling heeft een eigen
bedieningsregel
−
toets
voor de keuze van de
verwarmingsgroepen, voor de afzonderlijke
statusweergave (groepsafsluiter en groepspomp)
evenals voor de verwarmingsgroepafhankelijke
instellingen
−
toetsen voor het kiezen en verstellen van instellingen
eerstvolgend lagere bedienregel kiezen
eerstvolgend hogere bedienregel kiezen
Instelling verlagen
Instelling verhogen
•
Instelwaarde activeren:
De instelwaarde wordt met de keuze van de volgende
bedienregel geactiveerd (of: indrukken van een
bedrijfskeuzetoets
•
Invoer van --.- / --:-- / --- (functie deactiveren):
toets
of
net zo lang indrukken, tot de gewenste
weergave verschijnt
•
Blokspringfunctie:
om een bepaalde bedienregel snel te kunnen kiezen,
kunnen twee toetscombinaties worden gebruikt:
Instelelementen
1
2
3
4
5
6
7
Aansluitschema's
A6
Ruimte-apparaten voor verw.groep 1 en 2
B1
Aanvoeropnemer verwarmingsgroep 1
B12
Aanvoeropnemer verwarmingsgroep 2
B2
Ketelopnemer
B31
Boileropnemer / - thermostaat
B5
Ruimte-opnemer verwarmingsgroep 1
B52
Ruimte-opnemer verwarmingsgroep 2
Laagspanningszijde
A6
A6
B9
D1 D2
D1 D2
B
M
B
B1
A6 MD
B9
2/8
31.01.2006
Landis & Staefa
RVP331
B7
Retouropnemer
B9
Buitentemperatuuropnemer
E3
Tweetrapsbrander
F1
Regelthermostaat ketel
F2
Maximaalthermostaat ketel
M1
Circulatiepomp
M2
Groepspomp verw.groep 1
B1
B12
B2
B31
M
B
M
B
M
B
M
M
B12
M
B2
B31
CE1G2478nl
Toetsen
en
hogere Instellingenblok te kiezen
Toetsen
en
lagere Instellingenblok te kiezen
Werkwijze voor de Instelling
1. Instellingen op de bedienregels 1...41
(«Eindgebruiker») uitvoeren (tabel op pagina 3 en 4)
2. Installatietype op bedienregel 51 instellen (pagina 4)
3. In de hiernavolgende parameterlijst de betreffende
instellingen uitvoeren. Alle voor het gekozen
installatietype benodigde functies en bedienregels zijn
geactiveerd en instelbaar; alle niet benodigde
bedienregels zijn geblokkeerd
4. De ingestelde waarden in de tabel noteren
5. De service-functies (onafhankelijk van het
installatietype) instellen
6. Afsluitende werkzaamheden uitvoeren
Inbedrijfstelling en functiecontrole
•
Bedienregels speciaal voor functiecontrole:
161 = buitentemperatuursimulatie
162 = relaistest
163 = opnemertest
164 = gewenste waarden c.q. grenswaarden
•
Als Er (ERROR) in het display verschijnt: bedienregel 50
oproepen om de storing te lokaliseren
8
1
Toetsen voor de keuze van de bedrijfswijze
(gekozen toets brandt)
9
10
2
Service-aansluiting
3
Toetsen voor het bedienen van het display:
Prog = bedienregel kiezen
– + = weergegeven waarde verzetten
11
4
Handleiding voor de bediening
5
Toets voor handbediening
6
Lichtdiode voor handbediening
7
Toetsen voor het besturen van de afsluiters tijdens
12
handbedrijf
8
Toets voor warm tapwaterbereiding AAN/UIT
9
Statusweergave (uitgangen, temperatuurniveaus,
vakantie)
13
10 Display (LCD)
11 Draaiknop voor de ruimtetemp.correctie verw.groep 1
12 Toets voor de keuze van de verwarmingsgroep
13 Draaiknop voor de ruimtetemp.correctie verw.groep 2
B7
B5
B52
B
M
B
M
B
M
M
B52
B5
B7
L
M
N
N1
74 319 0167 0 a
indrukken om het eerstvolgend
indrukken om het eerstvolgend
M3
Boilerpomp
M5
Groepspomp verw.groep 2
N1
Regelaar RVP331
Y1
Servomotor verwarmingsgroep 1
Y7
Servomotor verwarmingsgroep 2
1
)
Multifunctionele uitgang
Building Technologies / HVP Products