Opmerking:
bevestigingen van de getande hark
gebruiken.
De geveerde hark op de
tractie-eenheid monteren
1.
Monteer de kogeltrekhaak op de geveerde hark
zoals getoond in
1. Borstbout
2. Ring (17/32" x 1-1/16")
3. Kogeltrekhaak
2.
Sluit de kogeltrekhaak aan op de koppeling
zoals getoond in
1. Gaffelpen
2. Ring (17/32" x 1-1/16")
3. Aanslagplaat van beugel
U kunt hierbij de
Figuur
7.
Figuur 7
4. Ring (15/32" x 59/64")
5. Moer (7/16")
Figuur 8
en
Figuur
9.
Figuur 8
4. Werktuigkoppeling
5. Vergrendeling
6. Borgpen
1. Bout (½" x 5½")
2. Gaffelpen
3. Ring (17/32" x 1-1/16")
3.
Verwijder eventuele werktuigen aan de
achterkant van de tractie-eenheid.
g269319
4.
Rijd de tractie-eenheid achteruit tot voor de
werktuigkoppeling en breng de koppeling van de
tractie-eenheid omlaag.
5.
Zorg ervoor dat de sluithendel naar links is
gedraaid (onvergrendelde stand), gezien vanaf
de achterkant van de machine.
6.
Schuif de werktuigkoppeling op de koppeling
van de tractie-eenheid.
VOORZICHTIG
Vingers kunnen gekneld raken tussen de
werktuigkoppeling en de koppeling van
de tractie-eenheid.
U moet het werktuig omhoogbrengen
en bewegen met behulp van de
handgreep op de achterkant van de
werktuigkoppeling.
7.
Draai de sluithendel naar rechts om de
koppelingen aan elkaar vast te zetten.
g265963
8.
Bevestig de derde schakel van elke ketting aan
de buitenkant van de hefarm
een bout (⅜" x 2½"), 2 ringen (⅜" x ⅞"), een
afstandsstuk en een moer (⅜").
Opmerking:
worden vastgezet, moet u deze weer vastzetten
op de gewenste lengte.
Opmerking:
als de hark is neergelaten (bedrijfsstand).
6
Figuur 9
4. Afstandsstukken
5. Borgpen
6. Moer (½")
(Figuur
Als de kettingen aan de haken
De kettingen moeten slap hangen
g265961
10) met