Deze droogautomaat mag nooit zonder of
– met beschadigde pluizenfilters worden gebruikt;
– met een beschadigde sokkelfilter worden gebruikt.
Gebeurt dat wel, dan zouden er te veel pluizen in de droger kunnen
komen, wat tot een defect kan leiden.
Reinig de pluizenfilters iedere keer nadat u de droogautomaat
heeft gebruikt.
Wanneer u de pluizenfilters of het sokkelfilter met warm water
heeft gereinigd, droog ze dan goed af. Door natte filters kunnen sto‐
ringen ontstaan!
Plaats uw droogautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Zelfs
temperaturen om het vriespunt hebben een negatief effect op de
werking van het apparaat. Door bevriezend condenswater in de
pomp, in het condenswaterreservoir en/of de waterafvoerslang kan
de automaat beschadigd raken.
U kunt voor het condenswater een externe afvoer aansluiten, bijv.
door de afvoerslang in een wastafel of wasbak te hangen.
Zorg er in dat geval voor dat hij niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan er condenswater overstromen en dit kan
schade veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het drinken van condenswater kan schadelijk zijn voor de gezond‐
heid van mens en dier.
Zorg ervoor dat de ruimte waar de droogautomaat is opgesteld
stof- en pluisvrij is.
Door vuildeeltjes in de aangezogen lucht kan de condensor op den
duur verstopt raken.
Spuit de droogautomaat niet nat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13