4. Verwijder de WLAN-adapter uit de verbindingssleuf van de
binnenunit in de richting zoals aangegeven in de afbeelding.
5. Sluit de klep van de WLAN-adapter en het inlaatrooster.
10. INSTELLINGEN TIJDENS DE INSTALLATIE
10.1. Eigen code-instelling van de Afstandsbediening
Door aangepaste codes van de binnenuit en de afstandsbediening in te stellen,
kunt u de airconditioner specificeren die door de afstandsbediening wordt bediend.
Wanneer er twee of meer airconditioners in de kamer aanwezig zijn en u wenst
deze afzonderlijk te bedienen, stelt u de eigen code in (4 selecties zijn mogelijk).
OPMERKING: Indien eigen codes verschillend zijn tussen de binnenuit
en de afstandsbediening, kan de binnenuit geen signaal
van de afstandsbediening ontvangen.
Hoe de eigen code van de afstandsbediening in te stellen
1. Druk op
totdat alleen de klok op het display van de
afstandsbediening wordt weergegeven.
2. Ingedrukt houden
dan 5 seconden.
De huidige persoonlijke code wordt
weergegeven (aanvankelijk ingesteld op A).
3. Druk op
om de
aangepaste code te wijzigen tussen
A ( ) ↔ B ( ) ↔ C (
) ↔ D ( ).
* Stem de persoonlijke code op het display af
op de persoonlijke code van de airconditioner.
4. Druk nogmaals op
De eigen code zal worden ingesteld.
Het display zal naar de oorspronkelijke klok terugkeren.
• Om de persoonlijke code van de airconditioner te wijzigen, dient u contact
op te nemen met bevoegd servicepersoneel (oorspronkelijk ingesteld op A).
• Indien u gedurende 30 seconden geen knoppen indrukt zal de eigen
code worden weergegeven, en het display zal naar de klokweergave
terugkeren. In het voorgaande geval, herhaalt u de instellingen van stap 2.
• Afhankelijk van de afstandsbediening, kan de persoonlijke code
terugkeren naar A wanneer de batterijen worden vervangen. In dat
geval moet u de persoonlijke code opnieuw instellen. Indien u niet
weet welke eigen code een airconditioner heeft, probeert u elke
code totdat u de code vindt die bij de airconditioner past.
11. REINIGING EN ONDERHOUD
OPGELET
• Voor het reinigen van dit product, moet u hem
uitzetten en loskoppelen van de stroomvoorziening.
• Voor het werken moet u ervoor zorgen dat het
inlaatrooster volledig is afgesloten. Onvolledig
afsluiten van het inlaatrooster kan effect hebben op de
juiste werking of de prestaties van de airconditioner.
• Als bij het reinigen van filters werk op hoogte moet worden
uitgevoerd, vraag advies aan bevoegd servicepersoneel.
• Voorkom dat u zich verwondt bij het verrichten van
onderhoud aan de unit, raak de aluminium lamellen van de
warmtewisselaar ingebouwd in de binneneenheid niet aan.
• Stel de binneneenheid niet bloot aan
vloeistofinsecticiden of haarspray.
• Sta niet op gladde, ongelijke of onstabiele ondergrond
wanneer u het apparaat onderhoudt.
voor meer
.
Luchtreiniging filters
Luchtfilters
De frequentie voor het schoonmaken wordt in de volgende tabel
getoond.
■ Frequenties voor het onderhoud van de componenten
NAAM VAN DE ONDERDELEN
Behuizing binneneenheid, inlaatrooster Wanneer u
Luchtfilter
Luchtreinigingsfilter (*1)
Apple-catechin filter (UTR-FA16)
(Wit)
Ion ontgeuringsfilter (UTR-FA16-2)
(Lichtblauw)
*1: De luchtreinigingsfilters worden apart verkocht. Neem contact op
met de winkel waar u het product heeft gekocht, wanneer u ze
vervangt.
Reinigen van de behuizing van de binneneenheid
OPMERKINGEN:
• Gebruik geen water warmer dan 40°C.
• Gebruik geen schurend reinigingsmiddel, vluchtige oplosmiddelen
zoals benzeen of thinner.
1. Veeg de behuizing van de binneneenheid voorzichtig schoon
met een in water vochtig gemaakte zachte doek.
2. Veeg de binneneenheid voorzichtig droog met een droge,
zachte doek.
Het luchtfilter reinigen
1. Open het inlaatrooster tot deze klikt.
2. De luchtfilters reinigen
Til het handvat van het luchtfilter op, maak de twee lagere lipjes los
en neem het luchtfilter uit eruit.
Handgreep luchtfilter
Haakjes (2 plaatsen)
3. Verwijder het stof op een van de volgende manieren.
• Schoonmaken met een stofzuiger.
• Afwassen met een warm sopje van een mild schoonmaakmiddel. Laat
de luchtfilters na het schoonwassen grondig drogen in de schaduw.
Inlaatrooster
Behuizing
binneneenheid
Frequentie
Reiniging
Vervanging
―
merkt
Om de 2
―
weken
―
Iedere 3
maanden
Iedere 3
Elke 3 jaar
maanden
Nl-12