5
Zet de geïnstalleerde veiligheidsschakelaar in de 'ON'-
positie.
6
Start het product.
7
Laat deze op het minimum toerental draaien.
8
Verhoog de snelheid langzaam tot het maximum
toerental.
a.
Controleer de vibratie in de behuizing en lagers tij-
dens alle snelheden.
b.
Zorg ervoor dat de vibratie overeenstemt met de
specificaties in DIN ISO 14694.
c.
Zorg ervoor dat geen enkele snelheid ongewenste
geluiden in het product veroorzaakt.
d.
Noteer het resultaat in het inbedrijfstellingsrapport.
9
Noteer het resultaat in het inbedrijfstellingsrapport.
8
7
Bediening
7.1
Het product opstarten.
1
Zorg ervoor dat de snelheidsregeling op nul staat.
2
Stel de ventilatorsnelheid in met de vijf stappen op de
snelheidsregeling.
Waarschuwing
Gebruik geen VFD (Variable Frequency
Drive) voor de snelheidsregeling.
7.2
Het product stopzetten
1
Zet de geïnstalleerde snelheidsregeling in de 'OFF'-posi-
tie. Zie de handleiding voor de externe snelheidsregeling.
2
Zet de geïnstalleerde veiligheidsschakelaar in de 'OFF'-
positie.
7.2.1
Het product stopzetten in een
noodsituatie
• Zet de geïnstalleerde veiligheidsschakelaar in de 'OFF'-
positie.