Handleiding NX-570
Alleen de laatste wandcontactdoos van de S-Bus mag een afsluitweerstand hebben omdat de impedantie
anders te laag wordt. De afstand van de TE tot de wandcontactdoos mag ongeveer 10 meter zijn. Alle TE's
worden parallel op dezelfde kabel aangesloten.
Als kabel moet bij voorkeur een kabel met een capaciteit van 120nF/km en een karakteristieke impedantie
van 75 ohm gebruikt worden. De NT1 moet ingesteld worden voor de functie korte passieve bus (standaard
staat de NT1 al zo ingesteld) en de interne afsluitweerstand van de NT1 moet aangesloten zijn (standaard
staat de NT1 al zo ingesteld).
Short Passive Bus (SPB), NT1 in de bus
De Short Passive Bus configuratie waarbij de NT1 zich in de S-Bus bevindt wordt ook wel een Y-Configuratie
genoemd. Deze methode wordt niet aanbevolen, je kunt beter de Short Passive Bus met NT1 op het eind-
punt gebruiken. Als je deze methode gebruikt moet aan beide uiteinden van de S-Bus een wandcontactdoos
mét afsluitweerstand worden gebruikt. Alle wandcontactdozen daartussen mogen geen afsluitweerstand
hebben. Alle TE's worden parallel op dezelfde kabel aangesloten. Als kabel moet bij voorkeur een kabel met
een capaciteit van 120nF/km en een karakteristieke impedantie van 75 ohm gebruikt worden. De NT1 moet
ingesteld worden voor de functie korte passieve bus (standaard staat de NT1 al zo ingesteld) en de interne
afsluitweerstand van de NT1 moeten indien nodig aan- of uitgezet worden. Bij voorkeur moet je deze
uitzetten tenzij er problemen optreden.
Extended Passive Bus (EPB)
Bij de Extended Passive Bus (EPB) mogen 4 TE's worden aangesloten. Het voordeel ten opzichte van de
Short Passive Bus is dat de S-Bus langer mag zijn, 500 meter tegen 180 meter. Daar staat tegenover dat
alle TE's binnen een afstand van 50 meter moeten zijn aangesloten. De NT1 bevindt zich aan het uiteinde
van de S-Bus. Alle TE's worden parallel op dezelfde kabel aangesloten.
Als kabel moet bij voorkeur een kabel met een capaciteit van 120nF/km gebruikt worden. De NT1 moet
ingesteld worden voor de functie lange passieve bus/point to point (standaard staat de NT1 niet zo ingesteld)
en de interne afsluitweerstand van de NT1 moet aangesloten zijn (standaard staat de NT1 al zo ingesteld).
Praktische realisatie
S-Bus met wandcontactdozen
Er zijn 2 verschillende wandcontactdozen. Je kunt kiezen uit een wandcontactdoos mét en een wandcontact-
doos zonder afsluitweerstand. Bij de meeste wandcontactdozen zijn de aansluitingen genummerd van 1 t/m
8, bij andere wandcontactdozen (type IAE) hebben de aansluitingen namen (a1, b1, a2 en b2). Eventueel
kun je er voor kiezen om alleen wandcontactdozen zonder afsluitweerstand te nemen. In dat geval kun je
naderhand altijd nog twee weerstanden van 100 ohm tussen de aansluitpunten in de wandcontactdoos
schroeven of solderen. In dat geval moet je een weerstand tussen de middelste twee (4-5 ofwel a1-b1) en de
twee daaromheen (3-6 owel a2-b2) plaatsen. Bij een S-Bus mogen alleen de eerste en de laatste wand-
contactdoos een afsluitweerstand hebben, de andere wandcontactdozen hebben dus geen afsluitweerstand.
Als je een S-Bus op een ISDN-centrale of NT1 maakt moet je er rekening mee houden dat zowel de ISDN-
centrale als de NT1 zelf een afsluitweerstand hebben. De eerste wandcontactdoos hoeft dan ook geen
afsluitweerstand te hebben. Desgewenst kun je de afsluitweerstand in de ISDN-centrale of de NT1
uitschakelen. Afsluitweerstanden moeten gebruikt worden omdat het signaal bij langere leidingen gaat
reflecteren waardoor er storingen kunnen optreden. Bij kortere leidingen tot 25 meter is het effect van deze
storingen te gering en kan de afsluitweerstand eventueel achterwege blijven.
Je kunt gemakkelijk zelf de S-Bus uitbreiden met extra wandcontactdozen door parallel bestaande wand-
contactdoos meerdere wandcontactdozen aan te sluiten. De volgende tekening laat zien hoe wandcontact-
dozen worden aangesloten. De bovenste connector met de namen a2, a1, b1, b2 is de uitgang van een
ISDN-centrale. Deze volgorde wordt bij de elmeg C44 en TSc i224 gebruikt, bij andere centrales is er soms
NP0093.3
10-10-2000
25