Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gegevens Over Het Product; Conformiteitsverklaring; Functiebeschrijving; Aanvullende Accessoires - Bosch UI 800 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor UI 800:
Inhoudsopgave

Advertenties

2

Gegevens over het product

Dit is een originele handleiding. Vertalingen mogen niet zonder toestem-
ming van de fabrikant worden gemaakt.
2.1

Conformiteitsverklaring

Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese en nati-
onale vereisten.
Met de CE-markering wordt de conformiteit van het product
met alle toepasbare EU-voorschriften bevestigd, welke samen-
hangen met het aanbrengen van deze markering.
De volledige tekst van de conformiteitsverklaring is via internet beschik-
baar: www.nefit-bosch.nl.
2.2

Functiebeschrijving

Het bedieningspaneel is met een touchscreen-display uitgerust. Veeg
met uw vinger om te schakelen tussen de menuopties en tik op het dis-
play om instellingen te kiezen. Het doel van het bedieningspaneel is het
besturen van de warmtepomp voor maximaal 4 cv-groepen voor het ver-
warmen en koelen en een boilerlaadcircuit voor warm water, zonnewarm
water en naverwarming zonneboiler, gecontroleerde woonventilatie en
verswaterstation.
• Het bedieningspaneel beschikt over een klokprogramma:
– Verwarming: voor iedere cv-groep telkens 1 klokprogramma met
2 schakeltijden per dag.
– Warm water: een klokprogramma voor de warmwatervoorziening
en een klokprogramma voor de circulatiepomp met telkens
6 schakeltijden per dag.
• Bepaalde menupunten zijn landafhankelijk en worden alleen ge-
toond, wanneer het land, waarin de warmtepomp is geïnstalleerd,
dienovereenkomstig is ingesteld.
De functies, en daarmee de menustructuur van het bedieningspaneel,
zijn afhankelijk van de systeemconfiguratie. De instelbereiken, fabriek-
sinstellingen en functieomvang zijn afhankelijk van de installatie ter
plaatse en kunnen afwijken van de specificaties in deze instructie.
De op het display getoonde teksten wijken, afhankelijk van de software-
versie van het bedieningspaneel, eventueel af van de teksten in deze in-
structie.
• Als er 2 of meer verwarmings- en koelcircuits geïnstalleerd zijn, zijn
instellingen voor elk verwarmings- en koelcircuit beschikbaar en
noodzakelijk.
• Als er aanvullende installatieonderdelen en modules zijn geïnstal-
leerd, zijn er bijbehorende instellingen beschikbaar en noodzakelijk.
Controleer de module en de documentatie van de accessoires voor
specifieke instellingen.
2.3

Aanvullende accessoires

Functiemodules en bedieningsunits van het EMS 2 regelsysteem:
• Bedieningsunit CR10/ Flow Fresh FF... als eenvoudige afstandsbe-
diening.
• Bedieningsunit CR10H / Energy Manager : als eenvoudige af-
standsbediening met optie meten relatieve luchtvochtigheid.
• Draadloze afstandsbedieningCR20RF: als eenvoudige afstandsbe-
diening met optie meten relatieve luchtvochtigheid. Functiemodule
K30RF is nodig.
• SysteemafstandsbedieningRT800: als comfortafstandsbediening
met optie meten relatieve luchtvochtigheid.
• MM 100/MM 200: module voor een verwarmings- en koelcircuit
met mengklep.
• MS 100: module voor zonnewarmwatervoorziening.
• MS 200: module voor geavanceerde zonnesystemen.
• MU100: module voor externe alarmen.
• MU100: verswaterstation.
UI 800 – 6721850705 (2023/09)
• K30RF: Internet-gateway (WLAN) en radiografische module voor
draadloze verbinding.
• Vent...: gecontroleerde woonventilatie (HRV).
Met de volgende producten is de combinatie niet mogelijk:
• FR..., FW..., TF..., TR..., TA..., CR/CW 100/400/800, CT200
3

Inbedrijfname

WAARSCHUWING
Gevaar voor brandwonden!
Als warmwatertemperaturen boven de 60 °C bereikbaar zijn wanneer de
klant de extra warmwaterfunctie, thermische desinfectie of dagelijkse
opwarming activeert, moet een temperatuurmenginrichting worden ge-
ïnstalleerd.
OPMERKING
Schade aan de vloer!
Bij te hoge temperaturen is schade aan de vloer mogelijk.
▶ Let erop bij vloerverwarming, dat de maximale temperatuur van het
betreffende vloertype niet wordt overschreden.
▶ Eventueel een extra temperatuurbewaking op de spanningsingang
van de betreffende circulatiepomp of op een van de externe ingangen
aansluiten.
Overzicht inbedrijfname
1. Waarborg dat de elektrische aansluitingen (voedingsspanning en sig-
naalkabel) van het systeem en de accessoires correct zijn uitge-
voerd.
2. Voer de codering uit van de accessoiremodules en kamerregelaar
(houd de instructies aan voor de module en de afstandsbediening).
3. Waarborg dat de cv-installatie compleet is gevuld met water en ont-
lucht.
4. Schakel de installatie in.
5. Voer de inbedrijfname uit van het bedieningspaneel ( hoofdstuk
inbedrijfname van het bedieningspaneel).
6. Voer de overige inbedrijfnamestappen uit zoals beschreven in het
hoofdstuk "Uitvoeren aanvullende instellingen voor inbedrijfname".
7. Controleer de instellingen in het servicemenu en voer de instellingen
uit indien nodig ( hoofdstuk servicemenu).
8. Hef getoonde waarschuwings- en storingsmeldingen op en reset de
historie.
9. Systeemoverdracht ( hoofdstuk systeemoverdracht).
3.1

Inbedrijfname van de bedieningsunit

Wanneer de bedieningsunit voor de eerste keer wordt aangesloten op de
voedingsspanning, start een installatie-wizard. Wanneer de wizard is af-
gerond, kunt u naar het startmenu overschakelen of aanvullende instel-
lingen uitvoeren in het servicemenu.
Verschillende functies worden alleen getoond, wanneer deze zijn geacti-
veerd of wanneer de bijbehorende accessoires is geïnstalleerd.
In elke systeeminstallatie worden alleen de menu's van de geïnstalleerde
modules en componenten getoond. De beschikbare menuopties kunnen
verschillen afhankelijk van het land of de markt.
Gegevens over het product
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave