9.
Sluit de SATA-kabels van de voedingseenheid (1), I/O-kaart en kabel aan (2).
Er zijn zes SATA-voedingskabels (vier voor de vaste schijf + één voor de U.2-schijfeenheid + één voor de
optische schijfeenheid) en een PATA-netvoedingsconnector (van de I/O-kaart) beschikbaar om op de
voedingseenheid aan te sluiten.
De kabels in de computerbehuizing zijn voorzien van labels om de onderdelen aan te geven waarop ze
moeten worden aangesloten.
VOORZICHTIG:
Om schade aan de kabels te voorkomen, trekt u aan het lipje of de connector van de
kabel.
10.
Plaats het afdekplaatje van de voedingseenheid terug op zijn plaats.
11.
Plaats de lade van de systeemkaart terug op zijn plaats.
Een voedingseenheid installeren
33