Sensoren:
De temperatuursensor WX232 is uitgerust met een herinstelbare
•
oververhittingsbeveiliging en een temperatuurgevoelige NTC-thermistor (22 kΩ/T=25 °C).
De vochtigheidssensor WX325 meet de temperatuur en de relatieve
•
vochtigheid.
Gewicht 175 g met snoeren (ca 4 m)
•
Afmetingen: 51 mm x 73 mm x 27 mm
•
1.3. Problemen oplossen
Als er een fout optreedt, wordt de stroom van het verwarmings- en/of stoomapparaat
uitgeschakeld en verschijnt op het bedieningspaneel de foutmelding "E (nummer)", waarmee
de oorzaak van de fout kan worden opgespoord. Tabel 1.
Beschrijving
E1
Het meetcircuit van de
temperatuursensor is kapot.
E2
Het meetcircuit van de
temperatuursensor is kortgesloten.
E3
Het meetcircuit van de
oververhittingsbeveiliging is kapot.
E6
Storing in de
temperatuurmeetcomponent van de
vochtigheidssensor.
E7
De vochtigheidsmeter van de
vochtigheidssensor is defect.
E8
Het vochtigheidsmeetcircuit van de
sensor is kapot.
E9
Verbindingsfout tussen het
bedieningspaneel en de
voedingseenheid.
Het waterniveau is laag of de
oververhittingsbeveiliging van de
steamer is ingeschakeld.
Waarschuwingslampje
waterniveau knippert.
Tabel 1.
Foutmeldingen. Opmerking! Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door
professioneel onderhoudspersoneel.
Remedy
Controleer de rode en gele draden naar de temperatuursensor en hun
aansluitingen (zie figuren 6 en 7) op fouten.
Controleer de rode en gele draden naar de temperatuursensor en hun
aansluitingen (zie figuren 6 en 7) op fouten.
Druk op de resetknop van de oververhittingsbeveiliging (zie
paragraaf 3.5.). Controleer de blauwe en witte draden naar de
temperatuursensor en hun aansluitingen (zie figuren 6 en 7) op
fouten.
Controleer de bruine en blauwe draden naar de vochtigheidssensor en
hun aansluitingen (zie figuren 6 en 7) op fouten. Vervang de sensor.
Controleer de bruine en blauwe draden naar de vochtigheidssensor en
hun aansluitingen (zie figuren 6 en 7) op fouten. Vervang de sensor.
Controleer de bruine en blauwe draden naar de vochtigheidssensor en
hun aansluitingen (zie figuren 6 en 7) op fouten.
Controleer de kabel en de connectoren.
Voeg water toe (modellen met handmatige vulling) of controleer de
watertoevoer (modellen met automatische vulling). Controleer de
oververhittingsbeveiliging van de steamer. Zie de handleiding van de
steamer of Combikachel voor meer instructies en veiligheidsinformatie.