Inhoudsopgave
Advertenties
Nederlands
S88-4
8. De S88-4 een adres toewijzen
Systeemafhankelijk wordt aan de standaard terugmeldmodules in een
s88-bus automatisch een adres toegewezen, in overeenstemming met
hun plaats in de databus. Daarom moet u de S88-4-modules adressen
toewijzen, die hoger zijn dan de standaardmodule met het hoogste adres.
Het toewijzen van de adressen van de S88-4-modules kan willekeurig
worden uitgevoerd. De adressen hoeven niet in op- of aflopende volgorde
worden afgegeven. Er kunnen ook adressen vrij blijven.
Let bij het toewijzen van de adressen erop dat u geen adres aan een
module toewijst dat al is gebruikt. Hebben twee modules hetzelfde
adres, dan wordt de data alleen door de module behandeld, die het
dichtst bij de centrale of het interface is gemonteerd.
Let bij het vastleggen van het adres van een S88-4-module erop,
hoeveel s88-modules uw centrale of interface kan ondersteunen.
Het adres van een S88-4-module wordt door twee parameters vastgelegd:
1. De stand van de codeerschakelaar, die door het draaien van de pijl
met een kleine schroevendraaier wordt ingesteld. De instellingen 0 t/m
9 en A t/m F komen overeen met de getalwaarden 1 t/m 16 (zie tabel).
2. Het aantal standaardmodules dat voorafgaat aan de S88-4 module
(niet het totale aantal standaard modules in de s88-bus).
Het adres wordt berekend uit het adres van de laatste standaard module
voor de betreffende S88-module vermeerderd met de getalwaarde die
overeenkomt met de instelling van de codeerschakelaar.
Het adres, dat aan een S88-4-module kan worden toegewezen is als
volgt beperkt:
1. Het laagste mogelijke adres is 1 meer dan het aantal van de
standaard modules in de s88-bus.
2. Het hoogste adres is 16 hoger dan het aantal aan de S88-4-module
voorgeschakelde standaard modules.
Pagina 24
Advertenties
Inhoudsopgave
