NETHERLANDS
• Zorg ervoor dat de luchtslang niet wordt blootge-
steld aan vonken, zelfs als een luchtslanghoes wordt
gebruikt.
• Wanneer de ademhaling van de gebruiker tijdens
een periode van zeer hard werk zeer intens wordt,
kan de druk in de kap lager worden en het bescher-
mende effect minder zijn.
3. Onderdelen
1
Controleer of het pakket volledig is en of geen enkel onder-
deel beschadigd is geraakt.
1. Luchtslangen, geleverd met hoes
2. Luchtslangconnector
3. Aan-uitknop
4. Schouderbandhouder
5. Filterdeksel
Batterijstatus: zie hoofdstuk "5 Battery".
A
Filterstatus: wanneer de rode lamp
B
gaat branden, moet het filter worden
vervangen.
Blazerstatus: maximaal en minimaal
C
vermogen.
4. Bediening
4.1 PFU 210e in elkaar zetten
1. Bevestig de filters en het filterdeksel goed op de
romp van de blaasinrichting.
2. Plaats de batterij in de romp van de blaasinrichting.
3. Sluit de luchtslang aan op de romp van de blaasin-
richting.
4. Doe de riem om uw middel. Als accessoire is een
schouderband verkrijgbaar.
5. Sluit de luchtslang aan op de lashelm.
4.2 Bediening van de PFU 210e
Voor elk gebruik:
• Controleer alle onderdelen. Vervang versleten en be-
schadigde onderdelen.
• Voer een luchtstroomtest uit om te controleren of de
luchtstroom voldoende is.
• Controleer of de luchtslang aan beide kanten goed
is aangesloten.
• Controleer of de lucht van de blazer helemaal naar
de helm stroomt.
34
© Kemppi Oy 2024
Opmerking: Als de aanbevelingen in deze
gebruiksaanwijzing worden genegeerd, komt de
garantie automatisch te vervallen en voldoet de
mate van persoonlijke bescherming mogelijk niet
aan de aangewezen normen.
6. Openknop filterdeksel
7. Batterij
8. Openknop batterij
9. Lederen riem
Gebruik van het apparaat:
• Om de blaasinrichting in of uit te schakelen, houdt u
de aan-uitknop ingedrukt.
• Wanneer u de blaasinrichting uitschakelt, moet u de
knop ingedrukt houden totdat het apparaat meerde-
re keren piept en vervolgens uitschakelt.
• De blaassnelheid kan worden gewijzigd door kort op
de aan-uitknop te drukken.
4.3 Luchtstroomtest
2
Voer voor elk gebruik de luchtstroomtest uit.
1. Sluit een debietmeter aan op de blaasinrichting.
Zorg ervoor dat deze goed is aangesloten en recht-
op staat.
2. Schakel de blaasinrichting in.
3. Controleer of het balletje zich in het groene gebied
bevindt.
4. De functionaliteit van het alarmmechanisme kan
worden gecontroleerd door de debietmeter met uw
hand af te dekken en te wachten tot het alarm afgaat.