MONTAGE-INSTRUCTIES /
BEVESTIGING VAN DE AANDRIJVING
Na de montage van de sektionaldeur en het compenseren met gewichten volgens voorschrift
moet de deur in elke positie uitgebalanceerd zijn. De juiste gewichtscompensatie wordt
gecontroleerd door de deur met de hand te openen en te sluiten. Bij reeds gemonteerde
ELEKTROMATEN
wordt de juiste gewichtscompensatie gecontroleerd met behulp van de
®
noodhandbediening. De vereiste krachtinzet voor de bediening moet in beide richtingen even
groot zijn.
Opsteekbare aandrijving (fig. 1/2)
De ELEKTROMAT
wordt zónder te forceren
®
op de ingevette veer-as van de aandrijving
geschoven.
De meegeleverde pasveer (1) wordt bij
doorlopende spiegleuf aan beide zijden van
de aandrijving geborgd met 2 schroeven
zodat hij niet kan verschuiven.
Ter bevestiging van de momentsteun resp.
de flensconsole (2) moeten in de console
boringen worden angebracht. Het vereiste
aandraaimoment voor de bevestiging
bedraagt 20 Nm.
Ketting aandrijving (fig. 3)
De ELEKTROMAT
®
voethoekstukken en spanrails/consoles. De
aandrijving werkt via een steek-as met een
kettingrad (2).
Na het verwijderen van de borgring en de
steunplaat (3) kan de steek-as eruit worden
getrokken en de aandrijfzijde worden
gewisseld.
De montage van het kettingrad mag alleen
gebeuren, nadat de steek-as is verwijderd.
De ketting mag niet overmatig worden
gespannen (doorhang in gedreven part max.
2% van de asafstand); de kettingwielen
moeten in één lijn staan.
De standaard overbrenging bedraagt 1:1. Bij
wijziging van de overbrenging „naar snel"
(groot kettingrad aan de ELEKTROMAT
moet het toelaatbare paneelgewicht worden
gereduceerd (evt. navragen).
Wordt de behuizing van de aandrijving
voorzien van een extra laklaag, dan moeten
de as-afdichtringen in elk geval lakvrij blijven.
wordt bevestigd met
®
)
Fig. 1: Opsteekbare aandrijving met momentsteun
Fig. 2: Opsteekbare aandrijving met flensconsole
Fig. 3: Ketting aandrijving
M 6
52845001