4.3.2.2 Modus voor absolute of relatieve barometrische druk
Houd in de normale modus de knop [ BARO ] ingedrukt om te schakelen tussen de
ABSOLUTE en RELATIEVE barometrische druk.
4.3.3 Bekijk de buitenmetingen
1. Batterijniveau-indicator (buitensensor)
2. Signaalsterkte-indicator van de buitensensor
3. Buitensensor-indicator
4. Meetwaarde van de buitentemperatuur
5. Alarmindicator voor hoge/lage
buitentemperatuur
6. Trendweergave buitentemperatuur
7. Meetwaarde van de luchtvochtigheid buiten
8. Alarmindicator voor hoge/lage
luchtvochtigheid buiten
9. Trendweergave luchtvochtigheid buiten
10. Feels like en dauwpunt indicator
OPMERKING:
Als de temperatuur / luchtvochtigheid lager is dan het meetbereik, wordt "Lo" weergegeven. Als
de temperatuur / luchtvochtigheid hoger is dan het meetbereik, wordt "HI" weergegeven.
De indicator voor een lege batterij wordt alleen weergegeven wanneer de batterij leeg is.
4.3.4 Index voor buitentemperatuur
Druk op de knop [ INDEX ] om te schakelen tussen feels
en dauwpunt buiten.
4.3.4.1 Feels like
Feels like temperatuur geeft aan hoe de buitentemperatuur zal aanvoelen. Het is een
collectieve mix van de windchill-factor (18°C of lager) en de hitte-index (26°C of hoger). Voor
temperaturen tussen 18,1°C en 25,9°C, waar zowel wind als luchtvochtigheid de temperatuur
minder beïnvloeden, toont het apparaat de werkelijk gemeten buitentemperatuur als
gevoelstemperatuur.
4.3.4.2 Dauwpunt
- Het dauwpunt is de temperatuur waaronder de waterdamp in de lucht bij constante
barometerdruk condenseert tot vloeibaar water met dezelfde snelheid als waarmee het
verdampt. Het gecondenseerde water wordt dauw genoemd als het zich op een vast
16