Onderhoud en reparaties in verband de veiligheid en prestatie
van de machine moeten worden uitgevoerd door erkende
deskundigen.
Plaats de wasmachine niet in een ruimte, waar de
temperatuur onder de 5°C kan dalen, aangezien bepaalde
onderdelen van de wasmachine door bevriezing kunnen
beschadigen.
De ventilatieopeningen aan de onderkant van de wasmachine
mogen niet worden geblokkeerd door vloerbedekking.
Bij aansluiting van de wasmachine op de waterleiding
moeten verplicht de bijgeleverde slang en pakking worden
gebruikt. De waterdruk moet tussen 0,05 en 0,8 MPa (0,5 8 bar)
liggen.
Voor aansluiting van de wasmachine op de waterleiding moet
de nieuwe waterslang worden gebruikt; oude waterslangen
mogen niet meer worden gebruikt.
De waterafvoerslang moet aangesloten worden op de afvoer.
Het uiteinde van de afvoerslang mag niet reiken tot in het
afvoerwater.
Druk de deur voor iedere wasbeurt in zijn slot totdat deze
vastklikt. Tijdens de werking van het wasprogramma mag de
deur niet worden geopend.
Wij raden aan om voor de eerste wasbeurt mogelijke
onzuiverheden uit de trommel van de wasmachine te
verwijderen door het gebruik van het programma Cotton 90°C
(Katoen 90°C) (zie PROGRAMMA TABEL).
7