OPMERKING
• Wat er kan worden aangepast kan verschillen,
afhankelijk van de huidige bron.
• U kunt deze functie alleen uitvoeren als u de
parkeerrem hebt aangetrokken.
• De beeldkwaliteit kan voor elke bron worden
ingesteld.
Terug naar beginpagina
Bediening van de
weergavecamera
U kunt de weergave instellen als er een
weergavecamera uit de CMOS-3xx-serie
wordt gebruikt.
1
Druk de knop <AUD> 1 seconde in.
Het scherm voor de cameraweergave
wordt getoond.
2
Pas de verschillende onderwerpen als
volgt aan.
1
1 Richtlijn
Bij elke aanraking wordt het richtlijnscherm in-
of uitgeschakeld.
2 De weergavecamera wisselen
Bij elke aanraking wordt er gewisseld tussen de
vooruitzichtcamera en de achteruitrijcamera.
3 Kijkhoek
Bij elke aanraking verandert de camerahoek in
de volgende volgorde:
Supergroothoekbeeld/Groothoekbeeld/
Bovenaanzicht/PinP-weergave/Hoekweergave
OPMERKING
• Of de hierboven beschreven bedieningsopties
mogelijk zijn, is afhankelijk van de aangesloten
camera's.
• [AUD Key Longer than 1 Second] moet
worden ingesteld op "R-CAM"/"CAM". Zie
Gebruikersinterface (P.84)
Instellingen
2
3
83