Het gebruik van WPA (WIFI Protected Access - met WiFi beveiligde toegang)
WPA is een beveiligingstoepassing voor draadloze communicatie die u in staat stelt om gegevens zeer goed beveiligd uit te wisselen*.
* Voor meer informatie over het toegangspunt kunt u de documentatie bij het toegangspunt raadplegen.
Om WPA op uw computer te gebruiken, doet u het volgende:
1
Zet de Wireless- (VGN-A-serie) of Wireless LAN-schakelaar (PCG-K-serie) aan.
Op de VGN-A-serie verschijnt het dialoogvenster Schaklaar draadloze apparaten.
Schakel het selectievakje 2,4 GHz Wireless LAN inschakelen in en schakel het selectievakje Bluetooth-apparaat inschakelen
uit. Klik vervolgens op OK.
2
Klik met de rechtermuisknop op het netwerkpictogram op de taakbalk met de tekst Draadloze netwerkverbinding.
3
Selecteer Beschikbare draadloze netwerken weergeven.
Het dialoogvenster Wireless Network Properties wordt weergegeven.
4
Selecteer het draadloze netwerk waarmee u verbinding wilt maken.
5
Vul de netwerksleutel* in.
De netwerksleutel moet minimaal 8 karakters lang zijn. U kunt zelf een netwerksleutel kiezen.
6
Vul ter bevestiging exact dezelfde netwerksleutel opnieuw in.
7
Klik op Verbinding maken.
De verbinding is tot stand gebracht.
✍
In de Ad-hoc-modus kan de WPA-beveiliging niet worden gebruikt (specificatie besloten in de standaard zelf).
!
In Frankrijk zijn alleen bepaalde kanalen wettelijk toegestaan wanneer WLAN buitenshuis wordt gebruikt. Raadpleeg de Wireless LAN Regulations voor meer
informatie.
n N
92
Uw VAIO computer gebruiken