3.6. HYDRAULISCHE TESTS
a - Als het toestel voor de eerste keer met water gevuld wordt, moet de installateur verifiëren of de
bovenste flens, het mangat, lekdicht is en de bouten aandraaien indien nodig.
b – Wanneer alle hydraulische aansluitingen gebeurd zijn en vooraleer u met de elektrische bekabeling
begint, dient u het apparaat volledig met water te vullen en onder druk te brengen. Controleer of elke
verbinding lekdicht is en herstel indien nodig.
c – Na elke ingreep op de hydraulische installatie moet u een lekdichtheidstest uitvoeren.
3.7. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Voor u het toestel aansluit, dient u te controleren of de stroom uitgeschakeld is, of het toestel met
water gevuld is en of het lekdicht is.
De elektrische installatie moet uitgevoerd zijn conform de geldende nationale reglementeringen in het
land van installatie.
Installeer op de elektriciteitstoevoer een algemene stroomonderbreker en een gekalibreerde
bescherming. Gebruik correct gedimensioneerde kabels (raadpleeg de opgegeven waarden van de
fabrikanten) en zorg ervoor dat ze goed bevestigd zijn.
Elke component, evenals het reservoir, moet geaard worden (via de moffen op de flens van de kuip).
17