Bij levering is de controller geconfigureerd met de fabrieksinstellingen, zie pagina 55.
Deze kunnen worden gebruikt of door de gebruiker aangepast aan zijn eigen behoeften.
Dit hoofdstuk beschrijft:
•
Hoe u de aanpassingen uitvoert
Opmerking Sommige aanpassingen moeten worden uitgevoerd voor de inbedrijfstelling, zie
pagina 57.
•
Standaard voor de gemeenschappelijke controllerinstellingen, zie pagina 55
•
Standaard voor de twee types Kanaalmodule, zie pagina 55
Een menusysteem wordt gebruikt voor de Gemeenschappelijke module om instellingen van
de gemeenschappelijke controller te wijzigen en ook voor de Kanaalmodule om de individuele
kanaalconfiguratie te wijzigen.
Voor de Gemeenschappelijke module verduidelijkt het hoofdstuk hoe u:
•
Door het eventgeheugen van de controller bladert, zie pagina 46
•
De RS485 communicatielink instelt, zie pagina 46
•
Relais instelt, zie pagina 47
•
De real-time klok instelt, zie pagina 49
•
De stroombron instelt, zie pagina 50
Voor iedere Kanaalmodule verduidelijkt het hoofdstuk hoe u:
•
Gaseenheden en -bereik instelt, zie pagina 52
•
Nulstelt en bereik instelt, zie pagina 52
•
Alarmniveaus en relais instelt, zie pagina 54
•
Het kanaaladres instelt, zie pagina 55
Voordat u een van deze handelingen uitvoert, leest u best de procedures voor het gebruiken
van de menu's, zie pagina 32.
TP4MAN Uitgave 1 Aug 05 (MAN0631D)
Gebruikersinstellingen
Gebruikersinstellingen
44