6.
Open beide vergrendelingen van het geheugenvoetje (1) en plaats de geheugenmodule in het voetje (2).
Duw de module in het voetje en zorg dat de module goed op zijn plaats zit. Zorg ervoor dat de
vergrendelingen gesloten zijn (3).
OPMERKING:
Een geheugenmodule kan slechts in één stand worden geïnstalleerd. Zorg dat de
uitsparing op de module aansluit op het lipje van de geheugensocket.
Voorzie de voetjes op een dusdanige manier van geheugen dat de geheugencapaciteit zo evenredig
mogelijk is verdeeld tussen kanaal A en kanaal B. Raadpleeg
7.
Herhaal stap 6 als u eventuele aanvullende modules wilt installeren.
8.
Plaats het toegangspaneel terug.
9.
Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en schakel vervolgens de computer in.
De computer herkent automatisch het extra geheugen.
10.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
DIMM-voetjes vullen op pagina
Systeemgeheugen upgraden
13.
15