Aanbevolen hulpmiddelen
Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig:
•
Kleine sleufkopschroevendraaier
•
#0 Phillips schroevendraaier
•
#1 Phillips schroevendraaier
•
Klein plastic pennetje
Uw computer uitschakelen
WAARSCHUWING:
U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te slaan en de bestanden
te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1. Sluit het besturingssysteem af:
•
In Windows 8.1:
•
Het gebruik van een apparaat met aanraakfunctie:
a. Beweeg vanaf de rechterrand van het scherm om het Charms-menu te openen en selecteer Settings (Instellingen).
b. Selecteer het
Of
•
Tik op het Startscherm op
•
Het gebruik van een muis:
a. Wijs naar de hoek rechtsboven in het scherm en klik op Settings.(Instellingen).
b. Klik op het
Of
•
Klik op het Startscherm op
•
In Windows 7:
a. Klik op Start
b. Klik op Shutdown (Afsluiten).
of
a. Klik op Start
b. Klik op de pijl in de rechteronderhoek van het menu Start, zoals hieronder wordt getoond, en klik vervolgens op Shutdown
(Afsluiten).
2. Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan-uitknop zes seconden ingedrukt, indien uw
computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen hebt vervangen of teruggeplaatst, moet u controleren of u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. hebt
aangesloten voordat u de computer inschakelt.
WAARSCHUWING:
U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die voor deze specifieke
Dell-computer is ontworpen. Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computer zijn ontworpen.
1. Sluit externe apparaten, zoals een poortreplicator of een mediastation aan en plaats alle kaarten, zoals een ExpressCard, terug.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
WAARSCHUWING:
u de kabel vervolgens aan op de computer.
8
Aan de computer werken
en selecteer vervolgens Shut down (Afsluiten).
en selecteer vervolgens Shut down (Afsluiten).
en selecteer Shut down (Afsluiten).
en selecteer vervolgens Shut down (Afsluiten).
.
.
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en sluit
.